User Guide
Command Line Client gebruiken
6-4 Afdrukken met Xerox Production Print Services
Lijst van de printerstatus: -ListP <opties>
Wanneer u -Listp gebruikt samen met opties geeft u
printerstatusinformatie weer
Syntaxis -ListP <opties>
Argument -v of -V
Hiermee geeft u de printernaam, printerstatus,
afleveringsstatus, printertype, netwerkadres van de printer,
afleveringstype, afleveringsformaat en het serverprogramma
voor elke printer weer.
Argument -p of -P
Hiermee geeft u uitsluitend voor de opgegeven printer
printerstatusinformatie weer.
Argument -server <naam DocuSP-controller>
Hiermee geeft u voor de opgegeven DocuSP (controller)
server de printerstatusinformatie weer.
Een bestand selecteren om af te drukken: -f <bestand>
Hiermee selecteert u het documentbestand dat u wilt
afdrukken. Deze parameter is vereist voor afdrukken.
Syntaxis –f <bestand>
Argument <bestand>
Hiermee geeft u het directorypad en de naam op van het
documentbestand dat u wilt afdrukken.
De opdrachtkaart instellen: -jt <opdracht>
Hiermee geeft u de opdrachtkaart op die gebruikt dient te
worden bij de huidige opdracht. Deze parameter is vereist
voor afdrukken.
Syntaxis –jt <opdracht>
Argument <opdracht>
Hiermee geeft u het directorypad en de naam op van de
opgeslagen opdrachtkaart die u wilt gebruiken bij het
uitvoeren van de opdracht.