User Guide

Opdracht uitvoeren met behulp van de DocuSP-webinterface
Afdrukken met Xerox Production Print Services 4-29
Naam verzender: De naam van de gebruiker die de
opdracht verzendt. In eerste instantie bevat dit veld de
naam van de eigenaar van het bureaublad op het
werkstation vanwaar de opdracht wordt verzonden.
U kunt desgewenst een andere naam invoeren van
maximaal 140 tekens.
Naam ontvanger: Hier kunt u desgewenst de naam
invoeren van de persoon of groep die de afdruk ontvangt.
In eerste instantie bevat dit veld de naam van de eigenaar
van het bureaublad op het werkstation vanwaar de
opdracht wordt verzonden.
Voorbladbericht: In dit veld kunt u een bericht invoeren
dat wordt afgedrukt op het voorblad van de opdracht. Het
bericht kan uit maximaal 255 tekens bestaan.
Speciale instructies: In dit veld kunt u een
opdrachtinstructie invoeren die bij het begin van de
opdracht naar de operateur wordt doorgestuurd. Het
bericht kan uit maximaal 255 tekens bestaan.
Gebruikersvoorkeuren instellen
In het venster Voorkeuren kunt u opties instellen voor de
manier waarop u met de onderdelen van het venster
Opdrachtverzending in de webinterface werkt.
Voor het instellen van de gebruikersvoorkeuren voor de
webinterface de volgende stappen volgen:
1. Klikken op het pictogram [Voorkeuren], dat te vinden is in
de rechter bovenhoek van zowel de homepage van de
printer in de webinterface als het venster
Opdrachtverzending.
2. Naar behoefte gegevens invoeren, selecties maken en
wijzigingen aanbrengen in de opties van het venster
Voorkeuren. De volgende opties zijn beschikbaar,
afhankelijk van de geselecteerde printer:
Taal: In het menu de taal selecteren waarin de
gebruikersvensters van de webinterface dienen te
worden weergegeven.
Richting: De optie [Links naar rechts] of [Rechts naar
links] selecteren, in overeenstemming met de richting
waarin de tekst in het venster zal worden gelezen.
Tekenset: In het menu het font selecteren dat in tekst
op alle gebruikersschermen van de webinterface dient
te worden gebruikt.