User Guide

Opdracht uitvoeren met behulp van de DocuSP-webinterface
Afdrukken met Xerox Production Print Services 4-11
2. Wanneer het gewenste papier niet in het menu wordt
vermeld, klikken op de toets [Papier...] naast het menu
Hoofdpapier om een lijst te openen met alle
papiervarianten die op uw printer kunnen worden
gebruikt.
U kunt ook een papiervariant definiëren door [Nieuw] te
selecteren in het venster Hoofdpapier.
3. Het gewenste papier aan het menu Hoofdpapier
toevoegen door het vakje [Favorieten] naast de naam van
het papier in het venster Papier aan te kruisen.
Wanneer het gewenste papier niet in het venster Papier
wordt vermeld, kunt u het toevoegen als zelf gedefinieerd
gebruikerspapier.
Het gedeelte “Papiervarianten instellen” in het volgende
gedeelte raadplegen voor de werkwijze voor het
toevoegen van zelf gedefinieerd gebruikerspapier.
Papiervarianten instellen
In het venster Papier kunt u het papier selecteren dat voor de
opdracht dient te worden gebruikt, of zelf gedefinieerd
gebruikerspapier toevoegen als nieuw papier. Voor elke
opdracht kunt u een papiervariant selecteren.
Het venster Papier openen
In het venster Opdrachtverzending op [Papier...] klikken om
het venster Papier te openen waarin u het papier voor de
opdracht kunt selecteren.
Het venster Papier wordt in het venster Opdrachtverzending
weergegeven onder het vaste afdrukgedeelte.
Onderdelen van het venster Papier
In dit gedeelte worden de onderdelen van het venster Papier
beschreven.
Deelvensters
Het venster Papier bevat de volgende hoofdgedeelten met
informatie over de papiervarianten:
Papier gebruikt in opdracht: In dit gedeelte worden de
naam en eigenschappen vermeld van het printer- of zelf
gedefinieerd gebruikerspapier dat is geselecteerd voor de
huidige opdracht.