User Guide

Opdracht uitvoeren met behulp van de DocuSP-webinterface
4-4 Afdrukken met Xerox Production Print Services
Bij het verzenden van een opdracht kunt u de bijbehorende
parameters op één van de volgende manieren instellen:
Alle gewenste parameters instellen die beschikbaar zijn in
het venster Opdrachtverzending. Deze instellingen
gelden alleen voor de huidige opdracht en worden niet
bewaard als opdrachtkaartbestand.
De standaardopdrachtkaart op uw werkstation selecteren.
U kunt deze opdrachtkaart desgewenst in het venster
Opdrachtverzending aanpassen en opslaan.
De standaardopdrachtkaart selecteren voor de
printerwachtrij die is ingesteld op de printercontroller.
Opdrachtkaartparameters instellen voor de huidige opdracht
U kunt een opdrachtkaart maken voor een opdracht op het
moment dat u de opdracht verzendt voor afdrukken. U doet
dit door de gewenste opties te selecteren of in te voeren in de
velden van het venster Opdrachtverzending. U kunt deze
opdrachtkaart niet opslaan en later opnieuw gebruiken, tenzij
u deze opslaat als uw standaardopdrachtkaart en daarbij de
huidige standaardopdrachtkaart overschrijft. Zie “Standaard
opdrachtkaart aanpassen” verderop in dit hoofdstuk voor de
werkwijze.
De volgende stappen uitvoeren voor het maken van een
opdrachtkaart voor de huidige opdracht:
1. Een printerwachtrij selecteren.
2. Alle gewenste instellingen invoeren in de velden van het
venster Opdrachtverzending. In de hierop volgende
gedeelten vindt u uitleg over deze velden. Met de
schuifbalk aan de rechterkant van het venster kunt u door
het venster schuiven om alle beschikbare velden te zien.
3. Nadat u de gewenste parameters voor de opdracht
allemaal heeft ingesteld, kunt u één stap of beide van de
onderstaande stappen uitvoeren:
Op [Afdrukken] klikken om de opdracht te verzenden.
De instellingen opslaan als uw standaard
opdrachtkaart. Het gedeelte “Standaard opdrachtkaart
wijzigen” raadplegen verderop in dit hoofdstuk.