User Guide

Opdracht uitvoeren met behulp van de DocuSP-webinterface
4-2 Afdrukken met Xerox Production Print Services
5. De aard van de opdracht selecteren (afdrukken, opslaan
of afdrukken en opslaan). Wanneer u een opslagfunctie
kiest, dient u een opslaglocatie en bestandsindeling te
selecteren. Raadpleeg het gedeelte “Aard van de
opdracht aangeven”.
6. Het type van de paginabeschrijvingstaal (PDL) selecteren
voor de afdrukopdracht. Wanneer u een [ASCII]-optie
selecteert, een font, lettergrootte en tekstrichting
selecteren. “Type PDL selecteren” raadplegen. Het
selectievakje [Printerstandaardinstelling] selecteren
wanneer u de instelling wilt gebruiken die is ingevoerd op
de printercontroller.
7. De resterende benodigde opdrachtkaartparameters in dit
gedeelte van het venster Opdrachtverzending instellen.
Het gedeelte “Afdrukopdracht instellen” raadplegen.
8. De benodigde opdrachtparameters instellen in het
gedeelte [Beeldaanpassing] in het venster
Opdrachtverzending. Het gedeelte “Geavanceerde
toepassingen instellen” raadplegen.
9. Desgewenst opdrachtaantekeningen vastleggen door
deze in te voeren in de velden in het groepsvak
[Opdrachtaantekeningen]. Het gedeelte
“Opdrachtgegevens invoeren” raadplegen.
10.Het documentbestand naar de printerwachtrij verzenden.
OPMERKING: Tijdens het uitvoeren van de
instellingsprocedures kunt u de cursor met de toets <Tab>
verplaatsen naar de volgende toets of het volgende tekstvak
binnen het venster. Door de toets <Shift> ingedrukt te
houden terwijl u de toets <Tab> indrukt, kunt u de cursor naar
het vorige onderdeel binnen het venster laten springen.
Tijdens het uitvoeren van de opdracht kunt u de status van de
opdracht bekijken door op de toets [Beheer] te klikken. Het
gedeelte “Status en berichten van de opdracht, printer en
wachtrij bekijken” raadplegen, verderop in dit hoofdstuk.