User Guide
Opdrachtkaartopties
9-42 Afdrukken met Xerox Production Print Services
1. In het veld [Document] van het XDS-venster de naam van
het document dat u opnieuw wilt afdrukken invoeren of
bladeren om de naam te zoeken en weer te geven.
Wanneer de opslagdirectory de standaardopslaglocatie
op de DocuSP-controller is, hoeft geen bronpad te
worden ingevoerd. Wanneer de brondirectory afwijkt van
de standaardopslagdirectory, dient het pad voor de
opslagdirectory te worden ingevoerd.
OPMERKING: Er wordt onderscheid gemaakt tussen
hoofdletters en kleine letters. De naam van de
brondirectory en de bestandsnaam dienen daarom exact
overeen te komen met de naam waaronder het bestand is
opgeslagen. In sommige netwerk-gateway-applicaties
worden alle letters omgezet in hoofdletters of kleine
letters.
2. Het selectievakje [Opnieuw afdrukken] selecteren. Er
verschijnt een bericht waarin u wordt gemeld dat de
opdrachtkaartinstellingen zullen worden gebruikt die bij de
opdracht zijn opgeslagen.
3. In het berichtvenster [OK] selecteren om door te gaan met
het opnieuw afdrukken.
4. [Instellingen] selecteren om het venster Instellingen te
openen.
OPMERKING: Wanneer [Opnieuw afdrukken] wordt
geselecteerd in het XDS-venster, worden alle
opdrachtkaartparameters ingesteld op de
standaardwaarden van het systeem of op de
printerstandaardinstellingen.
5. Ervoor zorgen dat het aantal afdrukken overeenkomt met
het aantal afdrukken van de opnieuw uit te voeren
opdracht en [OK] selecteren.
6. Selecteer [Afdrukken]. De opdracht wordt naar de printer
gezonden om opnieuw te worden uitgevoerd.
Opnieuw afdrukken met andere opdrachtkaartparameters
Wanneer een opdracht wordt opgeslagen, wordt tevens de
opdrachtkaart opgeslagen. Desgewenst kan de opdracht
opnieuw worden uitgevoerd met andere
opdrachtkaartparameters.
De opgeslagen opdrachtkaart kan niet worden gewijzigd. De
opdracht kan opnieuw worden uitgevoerd met nieuwe
parameters, maar deze nieuwe parameters zijn niet van
invloed op de opgeslagen opdrachtkaart.