User Guide

Opdrachtkaartopties
Afdrukken met Xerox Production Print Services 9-31
Parameters van de afdrukkleuren instellen
Met de toets [Kleurenafdruk] in het dialoogvenster Kleur
opent u het dialoogvenster Instellingen afleveringskleur,
waarin u geavanceerde specificaties kunt opgeven waarmee
u de afdrukkleuren kunt aanpassen. De volgende velden zijn
beschikbaar:
Veld Profiel: In dit veld kunt u kiezen uit twee typen
profielen: Bestemming en Emulatie.
Veld Selecteren: Hiermee kunt u een ICC (International
Color Consortium)-kleurprofiel opgeven voor de voorkant,
achterkant of beide zijden van de afgedrukte pagina. Dit
profiel wordt gebruikt door de decomposer wanneer deze
kleurgegevens converteert naar het juiste kleursysteem
voor de printer.
Veld Rendering: Hiermee kunt u een weergave-opzet of
beoogde rendering opgeven (een vooraf bepaalde
methode voor het aanpassen van kleuren tijdens het
afdrukproces) voor grafische afbeeldingen, beeldobjecten
en tekstobjecten.
Selectievak Zelfde rendering voor alle: Hiermee
zorgt u ervoor dat de weergave-opzet die u selecteert
in het menu Beelden ook wordt gebruikt voor tekst en
grafische afbeeldingen. (Indien u dit selectievakje
aankruist, worden de menu’s Grafische afbeeldingen
en Tekst uitgeschakeld.)
Menu's Beelden, Tekst en Grafische afbeeldingen:
Met deze drie pop-upmenu's kunt u een weergave-
effect selecteren voor Beelden, Tekst en Grafische
afbeeldingen. Voor elk van deze drie items zijn de
volgende keuzemogelijkheden beschikbaar:
Printerstandaard
Verzadiging: Hiermee past u de afdrukkleuren aan
om de hoeveelheid kleurverzadiging te behouden.
Relatief colorimetrisch: Hiermee past u de
afdrukkleuren zo aan dat rekening wordt gehouden
met de verlichting bij het bekijken en met de
witheid van het papier.
Absoluut colorimetrisch: Hiermee past u de
afdrukkleuren zo aan dat alleen rekening wordt
gehouden met de verlichting bij het bekijken (niet
met de witheid van het papier). Deze
keuzemogelijkheid zorgt voor precieze
kleurovereenkomsten tussen twee printers.