User Guide
Opdrachtkaartopties
9-16 Afdrukken met Xerox Production Print Services
Printerpapier dat vermeld staat in het bestand met
printeropties dat kan worden gemaakt op systemen
waarop XDS Plus wordt gebruikt, en vervolgens wordt
gekopieerd naar het Macintosh-werkstation of gemaakt
op het Mac OS X-systeem. Het gedeelte “Een bestand
met printeropties maken” verderop in dit hoofdstuk
raadplegen.
• Gebruikerspapier: Papiervarianten die een gebruiker
definieert en toevoegt aan de lijst papiervarianten. De
eigenschappen van deze papiervarianten kunnen worden
bewerkt en gebruikers kunnen op elk moment
papiervarianten toevoegen of soorten verwijderen.
Gebruikerspapiervarianten worden opgeslagen in het
bestand met gebruikersvoorkeuren. Indien er geen
gebruikerspapiervarianten zijn opgeslagen, wordt een
standaardlijst van 10 gebruikerspapiervarianten
weergegeven in het dialoogvenster Papier.
Overzicht van de papierselectieprocedure
Het selecteren van een papiervariant voor een opdracht gaat
als volgt:
1. Op het pictogram [Papier...] klikken in het dialoogvenster
Opdrachtkaart om het dialoogvenster Papier te openen.
2. In het pop-upmenu Papier het nummer (binnen de context
van de huidige opdracht) selecteren waarvoor u een
papiervariant wilt opgeven. Papier 1 is het hoofdmateriaal
voor de opdracht.
OPMERKING: Wanneer u voor het eerst het
papiernummer selecteert dat u wilt programmeren,
verschijnen de eigenschappen van het papier dat
voorheen voor dat nummer was gedefinieerd in de
eigenschappenvelden. U kunt deze velden naar eigen
inzicht wijzigen.
3. De ID selecteren van een papiervariant die is gedefinieerd
of de eigenschappen van een nieuwe papiervariant
opgeven die zal worden aangeduid met het
papiernummer dat u heeft geselecteerd bij stap 2. Er
verschijnt een vinkje voor de geselecteerde papier-ID in
het pop-upmenu.
De gedeelten “Een papier-ID selecteren” en
“Papiereigenschappen opgeven” verderop in dit
hoofdstuk raadplegen.