User Guide

Opdrachtkaartopties
9-14 Afdrukken met Xerox Production Print Services
Welke velden in het dialoogvenster Opdrachtaantekeningen
beschikbaar zijn, varieert, afhankelijk van het type printer.
Opdrachtnaam: De naam invoeren van het document dat
u wilt afdrukken.
Indien u een documentbestandsnaam automatisch in het
veld [Opdrachtnaam] wilt plaatsen wanneer u dit
dialoogvenster opent, gaat u als volgt te werk:
1. Het bestand selecteren dat u wilt afdrukken. Het
gedeelte “Een bestand selecteren om af te drukken”
eerder in dit hoofdstuk selecteren voor de procedure.
2. [Opties...] selecteren in het dialoogvenster
Opdrachtkaart.
3. In het dialoogvenster Gebruikersvoorkeuren het
selectievakje [Documentnaam als standaard
opdrachtnaam gebruiken] inschakelen.
4. [Opslaan] selecteren.
Van: Dit veld geeft de naam aan van de verzender van
het document. Uw netwerkaanmeldnaam verschijnt
standaard in dit tekstvak. Desgewenst kunt u een andere
naam invoeren.
Leveren aan: Dit veld geeft de beoogde ontvanger van
het document aan. Uw netwerkaanmeldnaam verschijnt
standaard in dit tekstvak. U kunt desgewenst een andere
naam invoeren.
Account: De naam invoeren van de account waarop de
huidige opdracht moet worden geboekt.
Beperkingen voor DocuTech 135 en DocuTech/DocuPrint
90: Bij deze systemen dient het veld [Account:] minimaal
drie tekens te bevatten. U kunt de volgende tekens
gebruiken in het veld [Account]:
Hoofdletters A t/m Z
Cijfers 0 t/m 9
De volgende leestekens:
Pondteken of hekje (#)
Plusteken (+)
Koppelteken (-)
Schuine streep (/)
Sterretje (*)
•Punt (.)
•Spatie