CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker 604P17902
Vertaald door: The Document Company Xerox GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1HE VERENIGD KONINKRIJK ©2004 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan.
Inhoudsopgave 1 Welkom ...................................................................................1-1 Inleiding ...................................................................................................... 1-2 Informatie over deze handleiding............................................................. 1-3 Overige informatiebronnen....................................................................... 1-4 Xerox Welcome Centre.................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal ..........................................4-1 Papier plaatsen .......................................................................................... 4-2 Papierformaat instellen ............................................................................. 4-8 Papierspecificaties .................................................................................... 4-9 5 E-mail ......................................................................................
Onderhoudstools..................................................................................... 9-25 Extra toegang inschakelen of uitschakelen .......................................... 9-30 10 Onderhoud ...........................................................................10-1 Reinigen.................................................................................................... 10-2 Verbruiksartikelen bestellen...................................................................
Pagina iv Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker
1 Welkom Wij danken u voor uw keuze van de Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 of WorkCentre M20i. Deze producten zijn zeer gebruikersvriendelijk. Indien u dit apparaat echter ten volle wilt benutten, raden wij u aan deze Handleiding voor de gebruiker aandachtig door te lezen. ! Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2 ! Informatie over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . 1-3 ! Overige informatiebronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Welkom Inleiding De Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 of WorkCentre M20i is een digitaal apparaat waarmee u kunt kopiëren, afdrukken, faxen, scannen en e-mailen. Welke specifieke toepassingen en functies beschikbaar zijn op het apparaat hangt af van de configuratie die u heeft gekocht. Xerox CopyCentre C20 Dit model is een digitaal kopieerapparaat en kopieert met een snelheid van 21 pagina's per minuut.
In deze Handleiding voor de gebruiker kunnen een aantal termen door elkaar worden gebruikt: ! Papier is synoniem met afdrukmateriaal. ! Document is synoniem met origineel. ! Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 of WorkCentre M20i is synoniem met het apparaat. In de volgende tabel vindt u nadere informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt. CONVENTIE BESCHRIJVING VOORBEELD Cursief Xerox CopyCentre C20, WorkCentre Wordt gebruikt om een woord of M20 of WorkCentre M20i.
Welkom Overige informatiebronnen Voor deze producten is de volgende informatie beschikbaar: - Deze Handleiding voor de gebruiker - De Starthandleiding - De Installatie-overzichten - De System Administration Guide (in het Engels) - De website van Xerox: http://www.xerox.
Welkom Xerox Welcome Centre Indien u hulp nodig heeft tijdens of na de installatie van het product, ga dan naar de website van Xerox. Op deze website vindt u online-oplossingen en kunt u online-ondersteuning krijgen. http://www.xerox.com Indien u hulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre of met uw Xerox-leverancier. Wanneer u telefonisch contact opneemt, dient u het serienummer van het apparaat door te geven.
Welkom Veiligheid Het door u aangeschafte Xerox-product en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest om te kunnen voldoen aan strenge veiligheidseisen. Deze veiligheidseisen omvatten onder meer de goedkeuring van veiligheidsinstanties en het voldoen aan de geldende milieunormen. Lees onderstaande instructies goed door voordat u met het product gaat werken en raadpleeg zo nodig de instructies om te zorgen voor een voortdurend veilig gebruik van dit product.
Verwijder altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het gaat reinigen. Gebruik altijd materialen die speciaal bedoeld zijn voor dit product. Het gebruik van andere materialen kan leiden tot slechte prestaties en kan gevaarlijke situaties opleveren. Gebruik nooit reinigingsmiddelen in spuitbussen. Volg de instructies in deze handleiding voor de juiste reinigingsmethoden. Gebruik nooit verbruiksartikelen of reinigingsmiddelen voor andere doeleinden dan waarvoor deze zijn bedoeld.
Welkom Veiligheidsnormen EUROPA Dit XEROX-product is gecertificeerd door de volgende instantie met de vermelde veiligheidsnormen. Instantie: TUV Rheinland Norm: IEC60950 3de editie Amendementen A1, A2, A3, A4 en A11. VS/CANADA Dit XEROX-product is gecertificeerd door de volgende instantie met de vermelde veiligheidsnormen. Instantie: UNDERWRITERS LABORATORIES Standard: UL60950 3rd Edition. De certificering is gebaseerd op akkoorden die op basis van wederkerigheid zijn overeengekomen.
Het CE-merk op dit product symboliseert de conformiteitsverklaring van Xerox Limited met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: 01.01.95: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad, bij amendement gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEG van de Raad, betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik bij lage spanning. 01.01.
Welkom WAARSCHUWING: Er dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt bij deze apparatuur om te blijven voldoen aan Richtlijn 89/336/EEG van de Raad. Veiligheid van de laser WAARSCHUWING: Gebruik, aanpassing of uitvoering van procedures die afwijken van de procedures die worden genoemd in deze handleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Welkom Europese regelgeving Certificering volgens richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-terminalapparatuur Dit Xerox-product is door Xerox zelf gecertificeerd voor pan-Europese enkele eindaansluiting op het analoge openbare telefoonnetwerk (PSTN) in overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EG.
Welkom Milieubepalingen Energy Star XEROX Corporation heeft dit product zo ontworpen dat het voldoet aan de richtlijnen van het ENERGY STAR-programma van de Environmental Protection Agency. Als ENERGY STARpartner heeft XEROX vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
2 Aan de slag Voordat u aan de slag kunt met het apparaat, moeten er een aantal taken worden uitgevoerd. Volg de aanwijzingen van dit hoofdstuk om het apparaat uit te pakken en gereed te maken voor gebruik. ! Verpakking verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2 ! Overzicht van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4 ! Afdrukmodule en tonercassette installeren . . . . . 2-10 ! Aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aan de slag Verpakking verwijderen 1 ! Verwijder de tape die voor de veiligheid tijdens het transport voor op, achter op en aan de zijkanten van het apparaat werd bevestigd. Tape Scherm 2 " De schakelaar moet ontgrendeld zijn om een document te kunnen scannen of kopiëren. Indien het apparaat gedurende een lange periode niet wordt gebruikt of indien het apparaat wordt verplaatst, duw de schakelaar dan in de vergrendelde positie ( ).
4 " Het netsnoer en het telefoonsnoer kunnen er per land anders uitzien. ! Trek de papierlade open en Aan de slag 3 verwijder het verpakkingsmateriaal uit de lade.
Aan de slag Overzicht van het apparaat Modellen en opties CopyCentre C20 WorkCentre M20 WorkCentre M20i Automatische originelendoorvoer Standaard Standaard Standaard Papierlade 1 en Handmatige invoer Standaard Standaard Standaard Digitaal kopiëren Standaard Standaard Standaard Direct afdrukken - Standaard Optie Afdrukken via het netwerk - Optie Standaard Direct scannen - Standaard Standaard Fax - - Standaard E-mail - Optie Standaard Papierlade 2 Optie Optie Optie Kast
Aan de slag Locatie van het onderdeel Vooraanzicht: Automatische originelendoorvoer Bedieningspaneel Originelengeleiders Invoerlade Opvangbak Papiergeleiders Handmatige Zijpaneel Scanner Papierlade 1 Ontgrendeling Voorpaneel Papierlade 2 OPMERKING: De onderdelen kunnen per model verschillen. In deze illustratie ziet u de WorkCentre M20i met de optionele papierlade 2.
Aan de slag Achteraanzicht: Automatische originelendoorvoer Aansluiting voor de automatische originelendoorvoer Glasplaat Telefoonaansluitingen Papierlade Connector netsnoer Parallelle aansluiting AAN/UITschakelaar Papieruitvoerverlenging USB-aansluiting OPMERKING: De onderdelen kunnen per model verschillen. In deze illustratie ziet u de WorkCentre M20i, standaard configuratie.
Navigatietoetsen Menu/Afsluiten Toetsen Kopiëren, Fax en Email Wissen/Alles wissen Statustoetsen Scherm Onderbreken 1 2 Lettertoetsen 5 4 6 7 Start Toepassingstoetsen Statusoverzicht Invoeren Faxfuncties Aantaltoetsen Stop (1 - 7) Papierinvoer ITEM 1 3 BESCHRIJVING Lettertoetsen Gebruiken om de alfatekens en de symbooltekens in te voeren bij de email- en faxtoepassingen. Lichter/ Donkerder Gebruiken om het contrast aan te passen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.
Aan de slag E-mail Selecteren om de e-mailmode in te schakelen. De toets E-mail blijft branden zolang deze is ingeschakeld. Menu/ Afsluiten Enter Gebruiken om toegang te krijgen tot de functies van het menu en ook om u binnen de menuniveaus naar boven te verplaatsen. Gebruiken om de selectie op het scherm te bevestigen. Navigatietoetsen Gebruiken om door de menu-items en de bijbehorende beschikbare opties te schuiven. Papierinvoer Gebruiken om het soort papier en de papierbron te selecteren.
Handmatig groepskiezen Handmatig kiezen Snelkiezen Gebruiken om de instellingenmenu's te openen en het apparaat aan te passen. Gebruiken om handmatig meerdere bestemmingen voor een faxopdracht in te voeren. (alleen WorkCentre M20i) Gebruiken om handmatig een faxnummer te kiezen. (alleen WorkCentre M20i) Gebruiken voor het kiezen van faxnummers en het verzenden van faxdocumenten door een snelkiesnummer in te voeren dat vooraf is ingesteld en in de kieslijst van het apparaat is opgeslagen.
Aan de slag Afdrukmodule en tonercassette installeren 1 ! Trek aan de ontgrendeling om het zijpaneel te openen. VOORZICHTIG: Het zijpaneel moet altijd voor het voorpaneel worden geopend. Pagina 2-10 2 ! Open het voorpaneel openen. 3 ! Indien de vergrendeling van de module naar beneden is gericht, draai de vergrendeling dan naar boven zodat hij op zijn plaats klikt.
Aan de slag 4 ! Haal de afdrukmodule uit de verpakking en schuif de module goed in het apparaat totdat deze op zijn plaats klikt. VOORZICHTIG: De groene afdrukmodule niet gedurende een langere periode blootstellen aan licht. De afdrukmodule nooit blootstellen aan direct zonlicht en het oppervlak van de afdrukmodule niet aanraken. Beschadigingen of een slechte afdrukkwaliteit kunnen dan het gevolg zijn. " Er wordt 5 een starttonercassette door Xerox meegeleverd.
Aan de slag Aansluitingen 1 Automatische originelendoorvoer ! Sluit de kabel van de Automatische originelendoorvoer (AOD) aan op de afgebeelde poort en draai de zijschroeven vast. 2 " U moet het telefoonsnoer gebruiken dat meegeleverd is met het apparaat. Indien u het vervangt door een telefoonsnoer van een andere leverancier, let er dan op dat de doorsnede minimaal 0,405 mm bedraagt.
Kabel voor USB-aansluiting of parallelle poort (alleen WorkCentre M20 en M20i) VOORZICHTIG: Schakel de computer uit voordat u de kabel aansluit. ! Sluit de USB-kabel aan die bij het apparaat werd geleverd. OF ! Indien u een parallelle printerkabel wilt gebruiken, gebruik dan alleen een kabel die voldoet aan de IEEE-1284-norm. Sluit deze kabel aan op de parallelle aansluiting van het apparaat. # Er kan slechts een van bovenstaande kabels worden aangesloten.
Aan de slag Het apparaat inschakelen 1 ! Sluit het netsnoer aan op het apparaat en een stopcontact. Het netsnoer moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. 2 ! Druk de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( I ) Op het apparaat verschijnt het bericht ’Opwarmen... Even geduld aub’.
" Een extra 1 papierlade is optioneel beschikbaar. De aanwijzingen voor het plaatsen van papier zijn voor beide papierladen dezelfde. Aan de slag Papier plaatsen ! Trek de papierlade open. 2 ! Duw de drukplaat naar beneden 3 ! De achterste papiergeleider tot deze vastklikt. instellen op het gewenste papierformaat. Deze is, afhankelijk van het land, vooringesteld op A4- of Letterformaat. ! Om een ander formaat te plaatsen, de achterste geleider optillen en in de juiste positie plaatsen.
Aan de slag " Indien u 4 problemen ondervindt bij het invoeren van het papier, draai het papier dan om. Indien het probleem zich blijft voordoen, gebruik dan de handmatige invoer. 5 ! Waaier het papier uit en plaats het in de lade. Indien u gebruikmaakt van papier met briefhoofd, verzekert u zich er dan van dat het papier met het voorbedrukte gedeelte naar boven ligt en dat de bovenste rand van het papier zich aan de rechterkant bevindt. ! Controleer of het papier onder de uitsteeksels is geplaatst.
ervan dat u bij het afdrukken vanaf de PC de juiste papierbron en het juiste papierformaat selecteert via de softwaretoepassing. Aan de slag 6 " Verzekert u zich ! De zijgeleider naar de papierstapel toeschuiven tot deze net tegen de zijkant van de stapel rust. De geleider mag niet te strak tegen de rand van de stapel papier worden geplaatst. ! Sluit de papierlade. # Raadpleeg “Apparaatinstellingen” vanaf pagina 2-19 om het juiste formaat voor de papierlade in te stellen.
Aan de slag Help-lijst In de Help-lijst vindt u informatie over de toepassingen en instellingen die beschikbaar zijn op het apparaat. Het is handig om de lijst af te drukken en te gebruiken als referentie wanneer u bezig bent met de apparaatinstellingen. Gebruik de volgende instructies om de Help-lijst af te drukken. 1 ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten]. Menu/ Afsluiten 2 Enter ! Gebruik de navigatietoetsen om de [Help-lijst] te selecteren en druk op [Invoeren]. Help-lijst afdrukken...
Gebruik de volgende instructies om het apparaat aan te passen aan uw eigen wensen. 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter 2 3 Apparaatstatus ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatinstellingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. $ Apparaatinstellingen Faxinstellingen ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste instellingsoptie te selecteren en druk op [Invoeren].
Aan de slag Apparaatinstellingen - opties OPTIE INSTELLINGEN BESCHRIJVING Formaat lade 1 LTR / A4 / LGL / Folio Gebruiken om het standaard papierformaat in te stellen voor lade 1. De opties voor het papierformaat zijn Letter, A4, Legal (216 x 356 mm / 8,5 x 14 inch) en Folio. Formaat lade 2 LTR / A4 / LGL / Folio Gebruiken om het standaard papierformaat in te stellen voor lade 2. De opties voor het papierformaat zijn Letter, A4, Legal (216 x 356 mm / 8,5 x 14 inch) en Folio.
Alarmsignaal INSTELLINGEN BESCHRIJVING Aan Op Aan instellen zodat er een alarmsignaal klinkt wanneer er zich een fout voordoet of wanneer het verzenden/ontvangen van een fax is voltooid.
Aan de slag OPTIE Klokmode INSTELLINGEN BESCHRIJVING 12 uur Het apparaat kan de 12-uurs- of de 24-uurs-klok weergeven. 24 uur Tonerbesparing Aan Uit Formaat negeren [00 - 30] Indien Aan is ingesteld produceert het apparaat afdrukken van lagere kwaliteit om het verbruik van toner te verminderen. Dit is een handige optie indien het apparaat alleen voor interne documenten wordt gebruikt. Indien de optie Autom.
Aan de slag Software installeren Er worden vier drivers geleverd: - PCL5 - PostScript - Twain - ControlCentre Voor alle vier geldt dezelfde installatieprocedure. U kunt alle drivers tegelijk installeren of zo veel als u nodig heeft. # Dit zijn de instructies om direct afdrukken en scannen via de parallelle poort of de USBaansluiting te installeren.
Aan de slag Installatie van de driver U moet een driver installeren voordat u direct kunt afdrukken, direct kunt scannen of ControlCentre kunt gebruiken via de parallelle poort of de USB-aansluiting. Door de volgende procudure te volgen wordt de driver geïnstalleerd en geconfigureerd voor de lokale poort. De driver installeren op het werkstation. 1 ! Plaats de driver-CD in het CD-station. 2 ! Selecteer de taal voor de installatieprocedure en klik op [Doorgaan].
U kunt de drivers installeren die wilt door de van toepassing zijnde selectievakjes te selecteren. De selectie wordt bevestigd. 4 ! Selecteer [Doorgaan] om uw selectie te bevestigen en de driver te installeren. De installatie gaat door met het overdragen van een aantal bestanden. # Indien u ervoor heeft gekozen om meerdere drivers te installeren, dan wordt de installatieprocedure voor iedere driver herhaald. 5 ! Selecteer [Voltooien] om de installatie te voltooien.
Aan de slag Werkstationinstellingen U moet de printerdrivers configureren. 1 ! Selecteer via het configuratiescherm van uw werkstation de optie [Printers en faxapparaten]. # Afhankelijk van het besturingssysteem kan dit venster zich op verschillende plaatsen bevinden: u kunt er komen via Start>Instellingen of direct via het menu Start. Het venster Printers en faxapparaten wordt weergegeven.
# Aan de slag Er verschijnt een venster met eigenschappen. Het uiterlijk van dit venster verschilt afhankelijk van het besturingssysteem van het werkstation en het type driver dat is geïnstalleerd. Het venster dat hier wordt weergegeven is dat van Windows XP. 3 ! Klik op het tabblad [Poorten]. 4 ! Selecteer het van toepassing zijnde vakje voor de verbinding. Het tabblad Poorten verschijnt.
Aan de slag Proefafdruk of -scan Om u ervan te verzekeren dat de Xerox WorkCentre M20 of M20i goed is geïnstalleerd, moet er een proefafdruk of -scan vanaf het werkstation worden verzonden. Proefafdruk Voer de volgende stappen uit: 1 ! Open een document op het werkstation. 2 ! Selecteer de Xerox WC M20 Serie als de printer waar het document naartoe wordt 3 ! Druk het geselecteerde document af op het apparaat en controleer of het goed is verzonden. afgedrukt. De installatieprocedure is nu voltooid.
3 Kopiëren Digitiaal kopiëren is standaard aanwezig op de Xerox CopyCentre C20, de Xerox WorkCentre M20 en de Xerox WorkCentre M20i. ! Kopiëren - procedure. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2 ! Standaardkopieertoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . 3-6 ! Speciale kopieertoepassingen. . . . . . . . . . . . . . . 3-11 ! Onderbreken gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-16 ! Compatibele toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kopiëren Kopiëren - procedure 1 Selecteer de mode Kopiëren ! Verzekert u zich ervan dat het bericht Gereed vr kopiëren wordt weergegeven. Gereed vr kopiëren 100% 001 Huidige instelling voor Verkleinen/Vergroten ! Druk indien nodig op de toets Aantal kopieën Toets Kopiëren [Kopiëren] om over te schakelen naar de mode Kopiëren. De toets Kopiëren blijft branden zolang deze is ingeschakeld.
Tijdens het kopiëren op een papierformaat kleiner dan A4/Letter, kan het gebeuren dat het beeld wordt verschoven en niet correct wordt afgedrukt, zelfs niet wanneer de optie Auto-passen is geselecteerd ! Indien de handmatige invoer is geselecteerd, dan verschijnt de optie Papiersoort. Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste papiersoort te selecteren en druk op [Invoeren]. Verzekert u zich ervan dat het vereiste afdrukmateriaal is geplaatst wanneer u de handmatige invoer gebruikt.
Kopiëren Glasplaat: " Controleer bij gebruik van de glasplaat of er geen originelen in de AOD zijn geplaatst. Indien de AOD geopend is tijdens het scannen heeft dit een nadelige invloed op de afdrukkwaliteit en het tonerverbruik. 4 ! Til de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag op de glasplaat. Plaats het origineel op een lijn met de registratiepijl in de linker bovenhoek. ! Laat de AOD zakken.
" Het maximale aantal kopieën is 999. Voer het aantal in Kopiëren 5 ! Gebruik de aantaltoetsen om het gewenste aantal kopieën in te voeren. ! Druk indien nodig [Wissen/Alles wissen] op het bedieningspaneel in om het huidige aantal te wissen en een nieuw aantal in te voeren. Aantaltoetsen Wissen/Alles wissen " U kunt een 6 kopieeropdracht tijdens het kopieerproces annuleren door tweemaal op de toets [Stop] te drukken. Druk op Start ! Druk op [Start] om de kopieeropdracht van start te laten gaan.
Kopiëren Standaardkopieertoepassingen Er zijn zeven standaard kopieertoepassingen beschikbaar. Deze toepassingen kunnen worden geselecteerd met de toepassingstoetsen op het bedieningspaneel: Lichter/Donkerder Type origineel Vergroten/ verkleinen 2-zijdig Sets Kleurenorigineel Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING Lichter/ Donkerder " Gebruiken om het contrast van een document met vage of donkere afbeeldingen aan te passen en om de achtergrond te verminderen.
" Gebruiken om een beeld te verkleinen of te vergroten tot maximaal 25% resp. 400%, afhankelijk van de gebruikte invoerzone. 25 - 400% Het oorspronkelijke ! Druk op [Kopiëren]. formaat kan via de ! Druk op [Verkleinen/Vergroten]. glasplaat met 25% tot 400% en via de AOD met ! Gebruik de aantaltoetsen om het gewenste 25% tot 100% worden percentage in te voeren. Het geselecteerde verkleind of vergroot. percentage verschijnt op het scherm. ! Druk op [Invoeren] om de selectie op te slaan.
Kopiëren 2-zijdig " Gebruiken om 1- of 2-zijdige afdrukken te maken van 1- of 2-zijdige originelen. 1-1 zijdig Gebruiken om 1-zijdige afdrukken te maken van 1-zijdige originelen. 1-2 zijdig Gebruiken om van lang 1-zijdige originelen 2-zijdige kopieën te maken met de gebruikelijke "kop/kopindeling". ! Druk op [Kopiëren]. ! Druk op [2-zijdig]. ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste optie te selecteren en druk op [Invoeren] om de selectie op te slaan.
Tekst " Gebruiken om het soort document te selecteren dat wordt gescand. Kleurenorigineel " Gebruiken om een kleurenorigineel te scannen. Gebruiken voor documenten die voornamelijk uit tekst bestaan. Gemengd Gebruiken voor documenten met tekst en afbeeldingen. Foto Gebruiken voor foto’s. Aan Gebruiken om kleurenoriginelen te scannen. ! Druk op [Kopiëren]. ! Druk op [Type origineel]. ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste optie te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Druk op [Kopiëren].
Kopiëren Papierinvoer " Gebruiken om Statusoverzicht de papierbron te selecteren. In het statusoverzicht kunt ! Druk op [Kopiëren]. u zien welke papierlade is ! Om een papierlade te selecteren drukt u op de geselecteerd, wanneer toets [Papierinvoer] totdat de gewenste lade een papierlade leeg is en oplicht in het statusoverzicht. wanneer er zich een fout voordoet. In het statusoverzicht kunt u zien welke Storing AOD Handm.
Kopiëren Speciale kopieertoepassingen De beschikbare speciale kopieertoepassingen kunnen worden geopend door op de toets Menu/Afsluiten te drukken en vervolgens de kopieertoepassingen op het scherm te selecteren. Menu/ Afsluiten Enter Navigatietoetsen Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING OPTIES Kopie van legitimatiebewijs - " Gebruiken om beide zijden van een legitimatiebewijs, bijvoorbeeld van een rijbewijs, op een zijde te kopiëren. DE OPTIES SELECTEREN: ! Druk op [Menu/Afsluiten].
Kopiëren Randen wissen Uit " Gebruiken om de randen van een origineel te Randen verfraaien, klein orig. bijvoorbeeld als het origineel gerafeld is of sporen van Randen gaatjes of nietjes met gaatvertoont. jes Midden/ randen boek Gebruiken om de toepassing uit te schakelen. ! Druk op [Menu/Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Kopieertoepassingen] te selecteren en druk op [Invoeren].
Uit " Gebruiken om een inbindrand voor het document te maken. AutoGebruiken om het beeld centreren op het papier te centreren. Linkerkantlijn Rechterkantlijn Boek kopiëren Gebruiken om de toepassing uit te schakelen. Gebruiken om een aantal in te voeren voor de verschuiving van de bovenste kantlijn. Onderkantlijn Gebruiken om een aantal in te voeren voor de verschuiving van de onderste kantlijn. " Gebruiken om Gebruiken om de toepassing uit te schakelen.
Kopiëren Autoonderdrukken Aan Gebruiken om de toepassing Autoonderdrukken in te schakelen. " Gebruiken bij het kopiëren van originelen waarbij de achtergrond verwijderd moet worden. Uit Gebruiken om de toepassing uit te schakelen. ! Druk op [Menu/Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Kopieertoepassingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Auto- onderdrukken] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Aan] en druk op [Invoeren].
Aan " Gebruiken om een document 2zijdig te kopiëren en de pagina's zo te plaatsen dat er een katern ontstaat wanneer deze worden gevouwen. N-op-1 Uit Gebruiken om de ! Druk op [Menu/Afsluiten]. toepassing Katern maken ! Gebruik de navigatietoetsen om in te schakelen. [Kopieertoepassingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. Gebruiken om de toepassing uit te ! Gebruik de navigatietoetsen om [Katern maken] schakelen. te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Aan] en druk op [Invoeren].
Kopiëren Onderbreken gebruiken De toets Onderbreken wordt gebruikt om de opdracht die op dit moment wordt gekopieerd tijdelijk te onderbreken om een spoedopdracht uit te kunnen voeren. Deze toepassing is handig wanneer het apparaat een grote opdracht aan het afdrukken is, omdat de kopieermode beschikbaar blijft voor kleine, snelle opdrachten. 1 Selecteer de mode Kopiëren ! Onderbreken is alleen Toets Kopiëren beschikbaar in de mode Kopiëren.
3 Plaats de originelen Kopiëren . ! Alle nietjes en paperclips verwijderen voordat u originelen plaatst. ! Plaats de originelen voor de opdracht die de andere opdracht onderbreekt in de AOD of plaats een enkel origineel op de glasplaat. # 4 Raadpleeg “Plaats de originelen” vanaf pagina 3-3 voor instructies voor het plaatsen van originelen. Selecteer de toepassingen van de opdracht Onderbreken " Alleen de toepassingen die relevant zijn voor de configuratie van het apparaat zijn beschikbaar.
Kopiëren 5 " Het maximale aantal kopieën is 999. Voer het aantal in ! Gebruik de aantaltoetsen om het gewenste aantal kopieën in te voeren. Aantaltoetsen 6 Druk op Start ! Druk op [Start] om de opdracht die de andere opdracht onderbreekt te activeren. ! Indien u gebruikmaakt van de glasplaat en het bericht [Volgende scannen?] verschijnt, selecteer dan [Ja] om nog een origineel te scannen of [Nee] indien alle originelen zijn gescand. Druk vervolgens op [Invoeren].
Hervat de huidige opdracht ! Druk op de toets [Onderbreken] om de onderbroken opdracht te hervatten. Onderbreken De toepassing Onderbreken wordt uitgeschakeld. ! Indien nodig plaatst u de originelen opnieuw in de juiste volgorde volgens de instructies. Druk op [Start]. Start De onderbroken opdracht wordt hervat.
Kopiëren Compatibele toepassingen In de volgende tabel wordt aangegeven welke toepassingen compatibel met elkaar zijn. Ook wordt aangegeven welke invoerzone voor een bepaalde toepassing kan worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de AOD of de glasplaat.
4 Papier en ander afdrukmateriaal De Xerox CopyCentre C20, Xerox WorkCentre M20 en Xerox WorkCentre M20i beschikken standaard over een papierlade en een handmatige invoer. Een tweede papierlade is optioneel verkrijgbaar. ! Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2 ! Papierformaat instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8 ! Papierspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen Voordat u papier plaatst Voordat u het papier in de papierladen plaatst moeten de randen worden uitgewaaierd. Hiermee voorkomt u dat de vellen papier aan elkaar plakken en wordt de kans op een papierstoring kleiner. # Om onnodige papierstoringen en foutief ingevoerde vellen papier te voorkomen, het papier pas uit de verpakking halen wanneer u het daadwerkelijk gaat gebruiken.
Papier en ander afdrukmateriaal 3 ! De achterste papiergeleider instellen op het gewenste papierformaat. Deze is, afhankelijk van het land, vooringesteld op A4- of Letterformaat. ! Om een ander formaat te plaatsen, de achterste geleider optillen en in de juiste positie plaatsen. ! " Indien u 4 problemen ondervindt bij het invoeren van het papier, draai het papier dan om. Indien het probleem zich blijft voordoen, gebruik dan de handmatige invoer.
Papier en ander afdrukmateriaal 5 ! Controleer of het papier onder de uitsteeksels is geplaatst. Hoekuitsteeksels ! Zorg ervoor dat het papier niet boven de maximale vullijn komt. Maximale vullijn 6 " Verzekert u zich ervan dat u bij het afdrukken vanaf de PC de juiste papierbron en het juiste papierformaat selecteert via de softwaretoepassing. ! De zijgeleider naar de papierstapel toeschuiven tot deze net tegen de zijkant van de stapel rust.
Papier en ander afdrukmateriaal 7 ! Om een papierlade te selecteren drukt u op de toets [Papierinvoer] totdat de gewenste lade oplicht in het statusoverzicht. Lade 1 en de Handmatige invoer zijn standaard beschikbaar. Lade 2 is optioneel. Indien twee laden tegelijk oplichten, dan is de toepassing Auto-lade verwisselen ingeschakeld. Wanneer een lade geen papier meer heeft, schakelt het apparaat over naar de andere geselecteerde lade.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier in de handmatige invoer plaatsen 1 " Papierkrul in briefkaarten, enveloppen en etiketten gladstrijken alvorens deze in de handmatige invoer te plaatsen. ! Breng de handmatige invoer, aan de rechterkant van het apparaat, omlaag. ! Klap de verlenging uit. Verlenging Handmatige invoer 2 " Houd 3 transparanten bij de randen vast, zodat de afdrukzijde niet wordt aangeraakt.
Papier en ander afdrukmateriaal 5 ! Om de handmatige invoer te selecteren drukt u op de toets [Papierinvoer] totdat de handmatige invoer oplicht in het statusoverzicht. ! Indien de handmatige invoer is geselecteerd, dan verschijnt de optie Papiersoort. Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste papiersoort te selecteren en druk op [Invoeren].
Papier en ander afdrukmateriaal Papierformaat instellen Nadat het papier in de papierladen is geplaatst, dient het standaardpapierformaat te worden ingesteld. Gebruik de volgende instructies om het standaardpapierformaat voor iederelade in te stellen. 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus] op hetbedieningspaneel. 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatinstellingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. Onder aan het scherm verschijnt [Formaat lade 1]. ! Druk op [Invoeren].
Papierformaten en -soorten In de onderstaande tabel worden de papierformaten weergegeven die kunnen worden gebruikt in de papierlade en in de handmatige invoer. Ook wordt het aantal vellen dat kan worden geplaatst weergegeven.
Papier en ander afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Volg onderstaande richtlijnen bij het selecteren of plaatsen van papier, enveloppen of ander speciaal afdrukmateriaal: ! Wanneer wordt afgedrukt op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier, kunnen papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit het gevolg zijn. ! Gebruik alleen kopieerpapier van hoge kwaliteit. Gebruik geen papier met reliëf of perforaties, of papier dat te glad of te ruw is.
! Controleer of de klevende zijde van de etiketten bestand is tegen een fusertemperatuur van 200°C (392oF) gedurende 0,1 seconde. ! Controleer of er tussen de etiketten geen klevend materiaal zichtbaar is. Blootgestelde gebieden kunnen tot gevolg hebben dat etiketten losraken tijdens het afdrukken, waardoor er zich papierstoringen kunnen voordoen. Dit kan schade aan onderdelen van het apparaat veroorzaken. ! Voer niet meer dan één vel etiketten tegelijk in het apparaat in.
Papier en ander afdrukmateriaal Pagina 4-12 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker
5 E-mail De functie E-mail is standaard beschikbaar op de Xerox WorkCentre M20i en als optie op de Xerox WorkCentre M20. ! Een e-mail verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2 ! Standaard e-mailtoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . 5-7 ! Speciale e-mailtoepassingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9 ! Algemeen adresboek gebruiken . . . . . . . . . . . . .
E-mail Een e-mail verzenden Dankzij de functie E-mail kunt u uw documenten als e-mail-bericht verzenden zonder in de buurt te komen van een PC. Het document wordt naar het e-mail-adres van de ontvanger verzonden als bijlage. Het document dat u wilt verzenden wordt eerst gescand en vervolgens als afbeelding in een bijlage toegevoegd aan het e-mail-bericht.
" Controleer bij gebruik van de glasplaat of er geen originelen in de AOD zijn geplaatst. Indien de AOD geopend is tijdens het scannen heeft dit een nadelige invloed op de afdrukkwaliteit. 2 " Alleen de toepassingen die relevant zijn voor de configuratie van het apparaat zijn beschikbaar. E-mail Glasplaat: ! Til de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag op de glasplaat. Plaats het origineel op een lijn met de registratiepijl in de linker bovenhoek. ! Laat de AOD zakken.
E-mail 3 Voer de naam van de afzender in ! Afhankelijk van de verificatie- instellingen wordt op het emailscherm Van of Mijn aanmeldnaam weergegeven. Van: Voer de naam van de afzender in met de lettertoetsen en druk vervolgens op de toets [Invoeren]. ! Indien verificatie is ingesteld, voer dan uw aanmeldnaam en toegangscode in. # " In het 4 algemene adresboek worden de adressen van de systeemserver weergegeven.
Meerdere ontvangers invoeren E-mail 5 Nadat u de eerste ontvanger heeft ingevoerd, verschijnt het bericht Nog een adres?. ! Selecteer [Toevoegen] om nog een adres toe te voegen of [Voltooien] om door te gaan. Nog een adres? [Voltooien] Er kunnen maximaal 10 adressen worden ingevoerd. ! Druk op [Invoeren]. ! Herhaal deze procedure tot alle adressen zijn ingevoerd. 6 Verzenden naar uzelf Het bericht Verzend naar uzelf? verschijnt.
E-mail 8 Voer het onderwerp van het e-mailbericht in Onderwerp e-mail verschijnt. ! Gebruik de lettertoetsen om een onderwerp voor het e-mailbericht in te voeren. E-mailonderwerp: ! Druk op [Invoeren]. 9 Selecteer een bestandstype Bestandstype selecteren verschijnt. Deze optie gebruiken om het type bestand te selecteren dat u wilt verzenden. ! Selecteer [PDF] voor Portable document Format of [TIFF] voor Tagged Image Format. Bestandstype selecteren [PDF] ! Druk op [Invoeren].
E-mail Standaard e-mailtoepassingen Er zijn vier standaard e-mailtoepassingen beschikbaar. Deze toepassingen kunnen worden geselecteerd met de toepassingstoetsen op het bedieningspaneel: Type origineel 2-zijdig Kleurenorigineel Resolutie Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING 2-zijdig OPTIES Ja " Selecteer deze optie indien u 2zijdige originelen heeft. Type origineel Nee Selecteer deze optie indien u een 1-zijdig origineel heeft.
E-mail Kleurenorigineel Aan Gebruiken om een ! Druk op [E-mail]. kleurenorigineel te ! Druk op [Kleurenorigineel]. scannen en te verzenden naar de ontvanger. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Aan] te selecteren en druk op [Invoeren]. " Gebruiken om een kleurenorigineel te scannen en te verzenden. " De externe ontvanger moet over de mogelijkheid beschikken om e-mails in kleur te ontvangen. Resolutie 100 dpi Scant met een resolutie ! Druk op [E-mail]. van 100 x 100 dots per ! Druk op [Resolutie].
E-mail Speciale e-mailtoepassingen De beschikbare speciale e-mailtoepassingen kunnen worden geopend door op de toets Menu/Afsluiten te drukken en vervolgens de e-mailtoepassingen op het scherm te selecteren. Menu/ Afsluiten Enter Navigatietoetsen Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING E-mail groep " U kunt verscheidene emailadressen in een specifieke groep opslaan. OPTIES Nieuw DE OPTIES SELECTEREN: Gebruiken om een ! Druk op [Menu/Afsluiten]. Selecteer [Enieuwe groep in te stellen.
E-mail Bewerken Gebruiken om een bestaande groep aan te passen. Verwijde- Gebruiken om een ren bestaande groep aan te passen. ! Druk op [Menu/Afsluiten]. Selecteer [E- mailtoepassingen] en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [E-mail groep] en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Bewerken] of [Verwijderen] en druk op [Invoeren]. ! Voer een groepsnummer of een naam in en druk op [Invoeren].
" U kunt e- mailadressen die u vaak gebruikt in het geheugen van uw systeem opslaan, in het lokale adresboek. Nieuw Gebruiken om vermeldingen toe te voegen aan het lokale adresboek. Bewerken Gebruiken om vermeldingen van het lokale adresboek te bewerken. Verwijde- Gebruiken om ren vermeldingen uit het lokale adresboek te verwijderen. ! Druk op [Menu/Afsluiten]. Selecteer [E- mailtoepassingen] en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Lokaal adresboek] en druk op [Invoeren].
E-mail Adresboek afdrukken " Deze Individueel adres Gebruiken om een lijst van individuele emailadressen af te drukken. ! Druk op [Menu/Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [e- mailtoepassingen] te selecteren en druk op toepassing [Invoeren]. gebruiken om GroepsaGebruiken om een lijst een lijst af te ! Selecteer [Adresboek afdrukken] en druk op dres van groepsedrukken van [Invoeren]. individuele, mailadressen af te groeps- of alle e! Selecteer de gewenste optie en druk op drukken.
E-mail Algemeen adresboek gebruiken Het algemene adresboek moet worden ingesteld om e-mailadressen via een LDAP te kunnen ophalen. Het algemene adresboek werkt op soortgelijke wijze als het lokale adresboek, behalve dat u geen gebruikers kunt toevoegen, bewerken of verwijderen. 1 ! Plaats de originelen en druk op de toets [E-mail]. 2 ! Druk op de toets [Adresboek] en selecteer [Algemeen] om toegang te krijgen tot het 3 ! Begin met het invoeren van e-mailadressen in het veld Aan: algemene adresboek.
E-mail Pagina 5-14 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker
6 Fax De functie Fax is standaard beschikbaar op de Xerox WorkCentre M20i. ! Faxen - procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 ! Kiesmethoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6 ! Standaard faxtoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-8 ! Speciale faxtoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10 ! Mailbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14 ! Faxinstellingen - opties . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fax Faxen - procedure 1 Plaats de originelen Automatische originelendoorvoer (AOD): ! Alle nietjes en paperclips verwijderen voordat u originelen plaatst. ! Stel de geleiders in voor het gewenste papierformaat. Originelengeleiders ! Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD. De eerste pagina moet zich bovenop de stapel bevinden met de kop naar de achterkant of de linkerkant van het apparaat. ! Plaats de stapel tegen de linkerkant en de achterkant van de lade.
" Controleer of er geen originelen in de AOD zijn geplaatst wanneer u de glasplaat gebruikt. Indien de AOD geopend is tijdens het scannen heeft dit een nadelige invloed op de afdrukkwaliteit en het tonerverbruik. Fax Glasplaat: ! Til de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag op de glasplaat. Plaats het origineel op een lijn met de registratiepijl in de linker bovenhoek. ! Laat de AOD zakken. " Controleer nadat de opdracht is voltoooid of de AOD is gesloten.
Fax 3 " Raadpleeg “Standaard faxtoepassingen” op pagina 6-8 en “Speciale faxtoepassingen” op pagina 6-10 voor meer informatie over de beschikbare faxtoepassingen. Selecteer de faxtoepassingen ! Druk op de toets van de Faxtoepassing op het bedieningspaneel. Basistoepassingen voor faxopdrachten zijn: Lichter/ Donkerder, 2-zijdig, Type origineel, Kleurenorigineel en Resolutie.
Fax 5 Start indrukken ! Druk op [Start] om te beginnen met de faxopdracht. ! Indien het bericht [Volgende scannen?] verschijnt en er nog een origineel gescand moet worden, plaats dan het volgende origineel en selecteer [Ja]. Druk op [Invoeren]. Navigatietoetsen Start Ga door met de procedure totdat alle origineel zijn gescand. ! Selecteer [Nee] wanneer alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op [Invoeren]. De fax wordt gescand en verzonden.
Fax Kiesmethoden Er zijn verschillende manieren om een faxnummer of een groepsfaxnummer in te voeren. In de volgende tabel vindt u een overzicht van alle beschikbare kiesmethoden. KIESMETHODE INSTRUCTIES Kiezen met de aantaltoetsen ! Plaats de originelen en druk op de toets [Fax]. " Gebruiken wanneer u het externe ! Gebruik de aantaltoetsen om het telefoonnummer van het faxnummer met de aantaltoetsen invoert. Snelkiezen externe faxapparaat in te voeren. ! Druk op [Start] om de fax te verzenden.
! Plaats de originelen en druk op de toets [Fax]. " Gebruiken om de verzending van een ! faxopdracht naar meerdere bestemmingen handmatig te programmeren. Fax Handmatig groepskiezen Druk op [Handmatig groepskiezen]. Er wordt gevraagd om een faxnummer. ! Voer het eerste faxnummer in en druk op [Invoeren]. ! ’Ander nummer?’ verschijnt. Selecteer [Ja] om een ander nummer toe te voegen en druk vervolgens op [Invoeren]. ! Herhaal deze procedure tot alle nummers zijn ingevoerd.
Fax Standaard faxtoepassingen Er zijn vijf standaard faxtoepassingen beschikbaar. Deze toepassingen kunnen worden geselecteerd met de toepassingstoetsen op het bedieningspaneel: Type origineel Lichter/Donkerder 2-zijdig Kleurenorigineel Resolutie Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING Lichter/ Donkerder OPTIES 5 contrastinstellingen ! Gebruik de navigatietoetsen om een het contrast van een document met vage of donkere afbeeldingen aan te passen en om de achtergrond te verminderen.
Tekst " Gebruiken om het soort document te selecteren dat wordt gescand. Kleurenorigineel Gebruiken voor documenten die voornamelijk uit tekst bestaan. Ge-mengd Gebruiken voor documenten met tekst en afbeeldingen. ! Druk op [Fax]. ! Druk op [Type origineel]. ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste optie te selecteren en druk op [Invoeren]. Foto Gebruiken voor foto’s. Aan Gebruiken om een ! Druk op [Fax]. kleurenorigineel te ! Druk op [Kleurenorigineel].
Fax Speciale faxtoepassingen De beschikbare speciale faxtoepassingen kunnen worden geopend door op de toets Menu/ Afsluiten te drukken en vervolgens de faxtoepassingen op het scherm te selecteren. Menu/ Afsluiten Enter Navigatietoetsen Beschrijving van de toepassingen TOEPASSING Laag tarief OPTIES Uit " Gebruiken om een lage tariefperiode in te stellen om faxen te verzenden. Aan Gebruiken om de toepassing uit te schakelen. Gebruiken om de toepassing in te schakelen.
" Gebruiken om een fax vanuit het geheugen te verzenden. Nr. Gebruiken om het faxnummer van het externe apparaat in te voeren. Fax Fax/geheugen ! Druk op [Menu/Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Faxtoepassingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Fax/geheugen] en druk op [Invoeren]. ! Voer het faxnummer van het externe apparaat in. Druk op [Invoeren]. ! Nog een nummer? verschijnt. Voer, indien nodig, nog een nummer in en druk op [Invoeren].
Fax Fax/voorrang ! Druk op [Menu/Afsluiten]. " Deze optie ! Gebruik de navigatietoetsen om gebruiken om de fax voorrang te geven op andere reeds ingestelde bewerkingen. [Faxtoepassingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Fax/voorrang] en druk op [Invoeren]. ! Voer het faxnummer in met de aantaltoetsen of via snelkiezen en druk op [Invoeren]. Voer, indien nodig, nog een nummer in. Selecteer [Nee] wanneer alle nummers zijn ingevoerd en druk op [Invoeren].
! Selecteer [Uitstel ontvangst-pol] en druk op [Invoeren]. ! Voer het faxnummer in met de aantaltoetsen of via snelkiezen en druk op [Invoeren]. ! Op het scherm wordt het huidige tijdstip weergegeven. Voer het tijdstip in waarop het externe faxapparaat moet worden gepold. Druk op [Invoeren] wanneer het correcte faxnummer wordt weergegeven. Indien u een tijdstip eerder dan het huidige tijdstip instelt, dan wordt het document de volgende dag op het ingestelde tijdstip verzonden.
Fax Mailbox Via dit menu kunt u een document opslaan in een mailbox, een document uit een mailbox verwijderen, een doucment uit een mailbox afdrukken en een mailbox pollen. Mailboxen worden ingesteld door de systeembeheerder. # Instructies voor het instellen van mailboxen kunt u vinden in de System Administration Guide die bij de Xerox WorkCentre M20i wordt meegeleverd. Documenten opslaan in een mailbox 1 ! Plaats de originelen die u wilt opslaan in de mailbox. ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten].
1 Fax Inhoud van de mailbox afdrukken ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Mailbox] te selecteren en druk op [Invoeren]. Menu/ Afsluiten 2 Enter ! Selecteer [Afdrukken] en druk op [Invoeren]. Mailbox [Afdrukken] 3 ! Voer het boxnummer in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren]. Mailboxnr.: ! Voer de toegangscode in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren]. De inhoud van de mailbox wordt afgedrukt en verwijderd.
Fax Inhoud van mailbox verwijderen 1 ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Mailbox] te selecteren en druk op [Invoeren]. Menu/ Afsluiten 2 Enter ! Selecteer [Verwijderen] en druk op [Invoeren]. Mailbox [Verwijderen] 3 ! Voer het boxnummer in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren]. Mailboxnr.: ! Voer de toegangscode in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren]. De inhoud van de mailbox wordt verwijderd.
1 Fax Pollen vanuit een mailbox ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Mailbox] te selecteren en druk op [Invoeren]. Menu/ Afsluiten 2 Enter ! Selecteer [Pollen van] en druk op [Invoeren]. Mailbox [Pollen van] 3 ! Voer het nummer in van de te pollen mailbox en druk op de toets [Invoeren]. Mailboxnr.: ! Voer de toegangscode in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren]. 4 ! Voer het externe faxnummer in en druk op [Invoeren].
Fax Documenten naar een mailbox verzenden 1 ! Druk op de toets [Menu/ Afsluiten]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Mailbox] te selecteren en druk op [Invoeren]. Menu/ Afsluiten 2 Enter ! Selecteer [Verzenden] en druk op [Invoeren]. Mailbox [Verzenden] 3 ! Voer het boxnummer in van de mailbox waar de originelen naartoe moeten worden verzonden en druk op [Invoeren]. Mailboxnr.: ! Voer de toegangscode in voor de gewenste mailbox en druk op [Invoeren].
Fax Faxinstellingen - opties Faxinstellingen - opties wijzigen 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter Apparaatstatus 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Faxinstellingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. Apparaatinstellingen $ Faxinstellingen 3 ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste instellingsoptie te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Gebruik de “Faxinstellingen - Faxinstellingen [Lichter/Donkerder] opties” vanaf pagina 6-20 om de instellingen naar wens aan te passen.
Fax Faxinstellingen - opties In de volgende tabel vindt u een overzicht van alle beschikbare opties voor de faxinstellingen met instructies voor het aanpassen van iedere instelling. Instructies voor het openen van de opties voor de faxinstellingen kunt u vinden op pagina 6-19. OPTIE INSTELLINGEN Lichter/Donkerder Resolutie BESCHRIJVING 5 contrastinstellingen Gebruiken om de standaardinstelling voor Lichter/Donkerder in te stellen.
Nieuw ! Gebruik de aantaltoetsen om een snelkiesnummer in te voeren en druk vervolgens op [Invoeren]. Indien er reeds een nummer op de locatie is opgeslagen verschijnt er een bericht. Voer een ander snelkiesnummerl in. ! Gebruik de aantaltoetsen om het faxnummer dat u wilt opslaan in te voeren en druk op [Invoeren]. Druk op de toets [Pauze/Opnieuw kiezen] om een pauze in te voegen. Er verschijnt een P op het scherm.
Fax Groepsnummers Nieuw ! Gebruik de aantaltoetsen om een groepsnummer tussen 1 en 200 in te voeren en druk op [Invoeren]. Indien er reeds een nummer op de locatie is opgeslagen verschijnt er een bericht. ! U wordt gevraagd om een snelkiesnummer in te voeren voor de groep. Voer het nummer in en druk op [Invoeren]. ! Ga door met het invoeren van snelkiesnummers tot alle groepsleden zijn toegevoegd. Druk op de toets [Menu/ Afsluiten] wanneer u klaar bent met het invoeren van nummers.
Aan Hiermee wordt het afdrukken van een verzendoverzicht voor iedere faxverzending ingeschakeld. Uit Hiermee wordt het afdrukken van verzendoverzichten uitgeschakeld. Aan-Ft Autom. verkleinen Voorkiesnummers Auto-overzicht Aan Hiermee wordt het apparaat ingesteld om faxopdrachten die te groot zijn automatisch te verkleinen. Uit Gebruiken om Auto-verkleinen uit te schakelen. Opdrachten die te groot zijn worden op twee pagina's afgedrukt.
Fax Junkfaxinstellingen Aan Uit Beveiligd ontv. Aan Uit Gebruiken om de ontvangst van junkmail te beperken door alleen de ontvangst van faxberichten toe te staan van externe apparaten die op dit apparaat zijn geregistreerd. Gebruiken om de standaardoptie voor de ontvangst van veilige faxberichten in te stellen. Afdrukken Automatische faxlade Lade 1 Lade 1 & lade 2 Hiermee wordt de standaardpapierlade voor faxopdrachten geselecteerd.
7 Afdrukken Direct afdrukken via een USB- of een parallelle poortverbinding is standaard beschikbaar op de Xerox WorkCentre M20 en optioneel op de Xerox WorkCentre M20i. Afdrukken via het netwerk is standaard beschikbaar op de Xerox WorkCentre M20i en optioneel op de Xerox WorkCentre M20. ! Een document afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-2 ! Printerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-3 ! PCL-driver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afdrukken Een document afdrukken De Xerox WorkCentre M20 en M20i ondersteunen het afdrukken vanaf de volgende besturingssystemen: - Windows XP - Windows 2000 - Windows NT 4.0 - Windows 98/Me Uw werkstation en de Xerox WorkCentre M20 of M20i moeten op elkaar worden aangesloten en geconfigureerd om vanuit deze omgevingen af te kunnen drukken. Er worden twee printerdrivers geleverd, een PostScript-driver en een PCL-driver.
De meeste Windows-applicaties bieden de mogelijkheid om de printerinstellingen te wijzigen. Hieronder bevinden zich instellingen die bepalen hoe een afdrukopdracht eruit komt te zien, zoals papierformaat, papierrichting en kantlijnen. Instellingen van de applicatie waarin het document is gemaakt vervangen meestal de instellingen van de printerdriver. # U hoeft geen enkele toets van het bedieningspaneel te gebruiken om het apparaat als PCprinter te gebruiken.
Afdrukken PCL-driver Wanneer de printereigenschappen worden weergegeven, kunnen de instellingen voor de afdrukopdracht worden gecontroleerd en gewijzigd. Het venster Eigenschappen bestaat uit zes tabbladen: - Lay-out - Papier - Beeldopties - Afdrukopties - Watermerk - Info Indien de printereigenschappen worden geopend via de map Printers, dan zijn er ook nog Windows-tabbladen beschikbaar. # Raadpleeg de Windows-documentatie voor informatie over de Windows-tabbladen.
Afdrukken Tabblad Lay-out Landschap Portret Gebruiken om over de lengte van de pagina afdrukken, zoals in een spreadsheet. Gebruiken om over de breedte van de pagina afdrukken, zoals in een brief. Favorieten Gebruiken om de instellingen voor een bepaalde opdracht te bewaren. Nadat u de instellingen heeft ingevoerd, geeft u in het venster de naam van de opdracht op en selecteert u [Opslaan]. 180 graden draaien Gebruiken om de beelden 180 graden te draaien.
Afdrukken Tabblad Papier Formaat Gebruiken om het door u gebruikte papierformaat in de vervolgkeuzelijst te selecteren. Keuze Afdrukaantal Gebruiken om het aantal afdrukken in te stellen. Gebruiken om een keuzepapierformaat in te voeren. Type Gebruiken om het gewenste soort papier te selecteren. Omslag Bron Gebruiken om de gewenste papierbron voor de omslag te selecteren. Gebruiken om de gewenste papierbron voor de opdracht te selecteren.
Afdrukken Tabblad Beeldopties Mode Afdrukkwaliteit Gebruiken om de afdrukresolutie te selecteren. 1200 dpi produceert de hoogste afdrukkwaliteit, 300 dpi de laagste. Afdrukkwaliteit Gebruiken om de afdrukkwaliteit voor de opdracht in te stellen. Welke opties beschikbaar zijn is afhankelijk van de geselecteerde resolutie. Mode Tonerbesparing Gebruiken om de tonerbesparende mode in te schakelen. Produceert afdrukken van een lagere kwaliteit waardoor er minder toner wordt verbruikt.
Afdrukken Tabblad Afdrukopties Afdrukvolgorde Gebruiken om een volgorde voor de afdrukopdracht te selecteren. Selecteer of u de pagina's in omgekeerde volgorde wilt afdrukken, of u alleen de oneven pagina's wilt afdrukken of alleen de even pagina's. Printerfonts gebruiken Indien deze optie is geselecteerd worden de fonts die op de printer zijn geïnstalleerd voor de opdracht gebruikt. Sets Gebruiken om afdrukken in sets af te leveren.
Afdrukken Tabblad Watermerk Huidige watermerken Watermerken zijn achtergrondafbeeldingen die op iedere pagina worden afgedrukt. Ze zijn handig om informatie aan het document toe te voegen, zoals Kladversie of Vertrouwelijk, of de naam van uw bedrijf. Selecteer het gewenste watermerk in de weergegeven lijst of maak een nieuw watermerk. Toevoegen, Bijwerken en Verwijderen Deze opties gebruiken om nieuwe watermerken te maken, watermerken te bewerken of een watermerk te verwijderen.
Afdrukken Tabblad Info Het tabblad Info bevat informatie over de printerdriver. Het bevat het programmaversienummer en de copyright-informatie van de printerdriver.
Afdrukken PostScript-driver Wanneer de printereigenschappen worden weergegeven, kunnen de instellingen voor de afdrukopdracht worden gecontroleerd en gewijzigd. Het venster Eigenschappen bestaat uit twee tabbladen: - Lay-out - Papier/Kwaliteit Indien de printereigenschappen worden geopend via de map Printers, dan zijn er ook nog Windows-tabbladen beschikbaar. # Raadpleeg de Windows-documentatie voor informatie over de Windows-tabbladen.
Afdrukken Tabblad Lay-out Landschap Portret Gebruiken om over de lengte van de pagina afdrukken, zoals in een spreadsheet. Gebruiken om over de breedte van de pagina afdrukken, zoals in een brief. Geroteerd landschap Pagina's per vel Gebruiken om het beeld naar landschaprichting te draaien. Gebruiken om meerdere pagina's op een vel af te drukken of om de mode Katern maken te selecteren. Omslaan via lange kant Gebruiken wanneer u 2-zijdige afdrukken nodig heeft in de richting van een boek.
Afdrukken Tabblad Papier/Kwaliteit Papierbron Gebruiken om de papierbron van de afdrukopracht te selecteren in het vervolgkeuzemenu.
Afdrukken Pagina 7-14 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker
8 Scannen Direct afdrukken via een USB- of een parallelle poortverbinding is standaard beschikbaar op de Xerox WorkCentre M20 en de Xerox WorkCentre M20i. Er wordt standaard een kleurenscanner geleverd. ! TWAIN-scannerprogramma. . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2 ! Scannen - procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Scannen TWAIN-scannerprogramma Het TWAIN-scannerprogramma van de Xerox WorkCentre M20 and M20i wordt gebruikt voor het scannen van beelden, grafische afbeeldingen, foto’s en tekst. Originelen kunnen worden ingevoerd via de automatische originelendoorvoer (AOD) of kunnen op de glasplaat worden geplaatst. De TWAIN-driver is een programma om via de PC af te drukken. Het ondersteunt Windows 98-, Windows NT4.0-, Windows 2000-, Windows Me- en Windows XP-omgevingen.
1 Scannen Scannen - procedure Open het beeldbewerkingsprogramma " Raadpleeg “Pa- pier plaatsen” op pagina 4-2 voor instructies voor het plaatsen van papier. Raadpleeg “Papierspecificaties” op pagina 12-7 voor de volledige papierspecificaties. 2 3 ! Open uw beeldbewerkingsprogramma en stel de WorkCentre M20 TWAINscanner in. Met deze toepassing kunt u beelden van papier converteren naar elektronische beelden die u in andere documenten kunt gebruiken.
Scannen " Controleer bij gebruik van de glasplaat of er geen originelen in de AOD zijn geplaatst. Indien de AOD geopend is tijdens het scannen heeft dit een nadelige invloed op de afdrukkwaliteit. ! Er kunnen maximaal 50 vellen papier van 80 g/m2 (20 lb bankpost) worden geplaatst. Het toegestane papiergewicht varieert van 45 tot 105 g/m2 (12,5 - 28 lb). De toegestane papierformaten variëren van B5 tot Legal (7 x 10 inch tot 8,5 x 14 inch).
Selecteer Voorvertoning Scannen 4 ! Selecteer de optie Voorvertoning in het venster van de TWAINdriver. Het beeld verschijnt op het scherm. Zo kunt u het exacte gebied selecteren dat u wilt scannen. ! Indien nodig kunt u het selectiegereedschap naar het te scannen gebied slepen. 5 Voorvertoning Selecteer Scannen ! Selecteer de optie Scannen in het venster van de TWAIN-driver. Het opgegeven beeld verschijnt op het scherm. Scannen 6 Sla het beeld op ! Selecteer [Bestand] en [Opslaan].
Scannen Pagina 8-6 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker
9 Apparaatbeheer De Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 of WorkCentre M20i kan worden aangepast aan uw individuele wensen. ! Apparaatinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2 ! Overzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-6 ! ControlCentre . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-8 ! Afdelingscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-15 ! Codebeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Apparaatbeheer Apparaatinstellingen Gebruik de volgende instructies om het apparaat aan te passen aan uw eigen wensen. 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter Apparaat status 2 3 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatinstellingen] te selecteren en druk op [Invoeren]. $ Apparaatinstellingen Faxinstellingen ! Gebruik de navigatietoetsen om de gewenste instellingsoptie te selecteren en druk op [Invoeren].
OPTIE INSTELLINGEN BESCHRIJVING Formaat lade 1 LTR / A4 / LGL / Folio Gebruiken om het standaard papierformaat in te stellen voor lade 1. De opties voor het papierformaat zijn Letter, A4, Legal (216 x 356 mm / 8,5 x 14 inch) en Folio. Formaat lade 2 LTR / A4 / LGL / Folio Gebruiken om het standaard papierformaat in te stellen voor lade 2. De opties voor het papierformaat zijn Letter, A4, Legal (216 x 356 mm / 8,5 x 14 inch) en Folio.
Apparaatbeheer OPTIE Ontvangstinfo INSTELLINGEN BESCHRIJVING Aan Stel deze optie in op Aan zodat de volgende gegevens worden weergegeven: gegevens van de afzender, apparaat-ID, paginanummer, datum en tijd van ontvangst, verkleiningspercentage van het beeld dat op iedere pagina van iedere ontvangen verzending wordt afgedrukt. De informatie wordt onder aan iedere pagina afgedrukt.
Apparaat-ID INSTELLINGEN BESCHRIJVING Fax Gebruiken om het faxnummer en de naam van het apparaat in te voeren. Naam Datum en Tijd Klokmode Gebruik de aantaltoetsen om de juiste datum en tijd in te voeren. Gebruik de klokmode om een 12- of 24-uurs klok in te stellen. 12 uur 24 uur Tonerbesparing Aan Uit Formaat negeren [00 - 30] Het apparaat kan de 12-uurs- of de 24-uurs-klok weergeven.
Apparaatbeheer Overzichten Er zijn verschillende overzichten en lijsten beschikbaar. Deze ondersteunen de gebruiker bij het bevestigen en beheren van de activiteiten van het apparaat. Overzichten kunnen worden ingesteld voor specifieke informatie of om automatisch te worden afgedrukt. Beschikbare overzichten OVERZICHT BESCHRIJVING Faxtelefoonboek Deze lijst bevat alle nummers die momenteel in het geheugen van het apparaat als snelkiesnummers en groepsnummers zijn opgeslagen.
Apparaatbeheer Overzichten afdrukken Gebruik de volgende instructies om een overzicht af te drukken. 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter Apparaat status 2 3 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Overzichten] te selecteren en druk op [Invoeren]. Systeembeheer hulpprogramma's $ Overzichten ! Gebruik de navigatietoetsen om het gewenste overzicht te selecteren en druk op [Invoeren]. Het overzicht wordt verwerkt en afgedrukt.
Apparaatbeheer ControlCentre ControlCentre is een softwaretoepassing voor de WorkCentre M20i waardoor de opties en toepassingen voor de Fax vanaf een externe locatie via een PC kunnen worden ingesteld en bekeken. Nadat de opties voor de Fax zijn ingesteld en/of de telefoonboeken zijn gemaakt, klikt u op [Toepassen] in het ControlCentre-scherm om de nieuwe instellingen te downloaden naar het apparaat.
Apparaatbeheer ControlCentre gebruiken Het scherm ControlCentre bevat vijf tabbladen: - Instellingen - Geavanceerd - Telefoonboek - Informatie - Firmware-update - Printer - PCL - Flash Font en Macro - PostScript Om ControlCentre af te sluiten, klikt u op de toets [Afsluiten], die onder aan elk tabblad te vinden is. Klik voor meer informatie op de toets [Help], die onder aan elk tabblad te vinden is.
Apparaatbeheer Tabblad Instellingen Klik op het tabblad [Instellingen] om de Faxinstellingen te configureren. De huidige instellingen van de WorkCentre M20i worden gelezen en vervolgens wordt ControlCentre bijgewerkt naar de huidige instellingen van het apparaat. De instellingen die in ControlCentre zijn gemaakt worden gedownload naar de WorkCentre M20i. Tabblad Geavanceerd Klik op het tabblad [Geavanceerd] om de opties van de apparaatinstellingen die van toepassing zijn voor de fax te wijzigen.
Klik op het tabblad [Telefoonboek] om telefoonboekvermeldingen in te voeren en te bewerken voor gebruik met de Fax. Haalt de telefoonboekvermeldi ngen op van de Xerox WorkCentre M20i zodat deze ook in ControlCentre kunnen worden gelezen. Telefoonboekvermel dingen Zorgt ervoor dat de telefoonboekverm eldingen worden gedownload van ControlCentre naar de Xerox WorkCentre M20i. Hiermee kan een geselecteerde telefoonboekvermeldi ng worden bewerkt in een apart venster.
Apparaatbeheer Tabblad Informatie Klik op het tabblad [Informatie] om de softwareversie en de verschillende tellers te bekijken. De tellers geven aan hoeveel scans en afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel papierstoringen zich in het apparaat hebben voorgedaan.
Apparaatbeheer Tabblad Printer Klik op het tabblad [Printer] om de standaardafdrukinstellingen in te voeren. Tabblad PCL Klik op het tabblad [PCL] om de opties voor afdrukken met PCL in te stellen.
Apparaatbeheer Tabblad Flash Font en Macro Flash PCL-fonts en macro's kunnen op een CD worden geleverd of van het internet worden gedowload. Gebruik dit tabblad om de Flash PCL-fonts en -macro's op de Xerox WorkCentre M20 of M20i te installeren. U kunt ook individuele fonts en macro's verwijderen, alle fonts en macro's verwijderen en een fontlijst afdrukken. Tabblad PostScript Klik op het tabblad [PostScript] om PostScript-fonts op deXerox WorkCentre M20 en M20i te installeren en te beheren.
Dankzij de afdelingscodes kan de beheerder per afdeling het gebruik van de printer bijhouden en beperken. Afdelingen maken 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter Apparaat status 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer 4 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Instellen] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Voer een nummer voor de afdeling Afdeling [Instellen] in en druk op de toets [Invoeren]. ! Voer een naam voor de afdeling in en druk vervolgens op [Invoeren]. ! Voer de toegangscode voor de afdeling in en druk op [Invoeren]. ! Ga door tot alle gewenste afdelingen zijn ingevoerd.
! Gebruik de navigatietoetsen om [Afdeling] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Voer de mastertoegangscode in. # 4 Apparaatbeheer 3 Tools systeembeheer [Afdeling] De eerste keer dat u de afdelingsmode opent, wordt u gevraagd een mastertoegangscode in te voeren. Vervolgens wordt u gevraagd deze code opnieuw in te voeren om deze te bevestigen. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Afdrukken] te selecteren en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer Afdelingen beheren Deze instelling wordt gebruikt om de afdelingsmode in- en uit te schakelen en gegevens en codes van afdelingen te wissen. 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer 5 ! Gebruik de navigatietoetsen om de mode [Afdeling] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Aan] om de Beheer Mode [Afdeling] afdelingsmode in te schakelen en druk op [Invoeren]. 6 ! Selecteer [Afdeling wissen] met de navigatietoetsen en druk op [Invoeren]. ! Selecteer [Journaal] om het Beheer [Afdeling wissen] journaal te wissen en druk op [Invoeren]. ! Om een afdelingscode te verwijderen selecteert u [Code] en drukt u op [Invoeren].
Apparaatbeheer Hoofdcode wijzigen 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren]. 3 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Afdeling] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Voer de mastertoegangscode in.
Systeembeheerfuncties kunnen tot individuele gebruikers worden beperkt door een toegangscode in te stellen voor toegang tot de functies. Codebeveiliging inschakelen 1 2 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. ! Gebruik de navigatietoetsen om [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer Toegangscode wijzigen Gebruik deze procedure om een bestaande toegangscode te wijzigen of een toegangscode in te voeren nadat codebeveiliging is ingeschakeld. 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren].
Deze tool biedt u de mogelijkheid om gegevens uit geselecteerde gebieden van het geheugen te wissen. Bij Fax kunt u het telefoonboek en de geschiedenis van de ontvangst- en verzendingsgegevens wissen. Bij E-mail kunt u het adresboek, de verzendingsgegevens en de systeemgegevens wissen. Geheugen wissen 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer 3 ! Selecteer [Geheugen wissen] met de navigatietoetsen en druk op [Invoeren]. ! Selecteer de gewenste optie en Geheugen wissen [Faxtelefoonboek] druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer Onderhoudstools In de systeembeheertools kunt u een aantal onderhoudstools vinden: - Serienummer - Tonermelding - Nieuwe afdrukmodule - Afdrukmodule reinigen - Tellers # Deze tools kunnen ook worden geopend via Xerox CentreWare. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie. Serienummer controleren 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer Tonermelding Indien de optie Tonermelding op Aan is gezet, wordt er automatisch een fax verzonden naar uw servicebedrijf of naar de leverancier als de tonercassette dient te worden vervangen. Deze toepassing kan alleen worden gebruikt wanneer het telefoonnummer van het servicebedrijf of de dealer in het geheugen van het apparaat is opgeslagen. 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren].
Met deze functie kunt u de teller van de afdrukmodule weer op nul zetten nadat deze is vervangen. 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren]. ! Indien de tools voor het Tools systeembeheer [Codebeveiliging] systeembeheer reeds met een toegangscode zijn beveiligd, voer dan de toegangscode in en druk op [Invoeren]. 3 ! Selecteer [Nieuwe afdrukmodule] en druk op [Invoeren].
Apparaatbeheer Afdrukmodule reinigen Bij strepen of vlekken op uw afdrukken, kunt u het apparaat de afdrukmodule laten reinigen. Verzekert u zich ervan dat er papier is geplaatst voordat u deze optie selecteert. 1 ! Druk op de toets 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Apparaatstatus]. [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren].
Onder de noemer Tellers valt een aantal tellers die in de WorkCentre M20i worden gebruikt. Het gaat om de volgende tellers: - Totaal aantal afdrukken - het totale aantal afdrukken dat door het apparaat is geproduceerd. - Afdrukken met toner - het aantal afdrukken dat met de toner is geproduceerd. - Afdrukken met afdrukmodule - het aantal afdrukken dat met de afdrukmodule is geproduceerd. - Scans met AOD - het aantal originelen dat via de AOD is gescand.
Apparaatbeheer Extra toegang inschakelen of uitschakelen Via Extra toegang kan een externe interfacekaart worden herkend. Volg deze instructies om Externe toegang in te schakelen of uit te schakelen: 1 ! Druk op de toets [Apparaatstatus]. Enter Apparaat status 2 ! Gebruik de navigatietoetsen om [Tools systeembeheer] te selecteren en druk op [Invoeren].
10 Onderhoud Door de onderhoudstaken uit te voeren kunt u ervoor zorgen dat het apparaat optimale prestaties blijft leveren. In dit hoofdstuk kunt u de instructies vinden voor alle ondershoudstaken die nodig zijn voor het apparaat. ! Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2 ! Verbruiksartikelen bestellen. . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4 ! Door klant vervangbare eenheden . . . . . . . . . . .
Onderhoud Reinigen Glasplaat en CVT-glasplaat reinigen Het schoonhouden van de glasplaat staat mede garant voor de beste afdrukresultaten. Het wordt aanbevolen de glasplaat elke morgen, en zo nodig gedurende dag, schoon te maken. De CVT-glasplaat (CVT = Constant Velocity Transport) is de strook glas aan de linkerzijde van de glasplaat. De CVT-glasplaat wordt gebruikt om originelen te scannen die via de AOD worden ingevoerd. De CVT-glasplaat dient ook te worden gereinigd.
Het bedieningspaneel en het LCD-scherm regelmatig reinigen om deze vrij te houden van stof en vuil. Vingerafdrukken en vegen op het bedieningspaneel en het LCD-scherm verwijderen met een zachte, stofvrije doek die licht is bevochtigd met water. Buitenkant van het apparaat Gebruik een doek die licht is bevochtigd met water om de buitenkant van het apparaat te reinigen.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen De tonercassette en de afdrukmodule kunnen door de gebruiker worden vervangen. De onderdeelnummers worden hieronder weergegeven: VERVANGBARE EENHEID Tonercassette ONDERDEELNUMMER Europa VS en Canada 106R01048 106R01047 Afdrukmodule 113R00671 Verbruiksartikelen bestelt u door contact op te nemen met het Xerox Welcome Centre. Bij de bestelling dient u uw (bedrijfs)naam, het productnummer en het serienummer van het apparaat door te geven.
Onderhoud Door klant vervangbare eenheden Tonercassette Verwachte levensduur De levensduur van de tonercassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die wordt gebruikt voor de afdrukopdrachten. Wanneer u bijvoorbeeld een normale zakelijke brief afdrukt met een dekkingsgraad van ongeveer 5%, is de verwachte levensduur van de tonercassette ongeveer 8000 pagina’s (4000 pagina’s voor de tonercassette die bij het apparaat is geleverd).
Onderhoud " Indien er 2 ! Open het voorpaneel openen. 3 ! Draai de tonervergrendeling naar 4 toner op uw kleding terechtkomt, veeg dit dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Bij gebruik van heet water trekt de toner in de stof. boven om de tonercassette te ontgrendelen. De toner opnieuw verdelen: ! Trek de tonercassette naar buiten en schud deze voorzichtig heen en weer om ervoor te zorgen dat de toner opnieuw wordt verdeeld.
Onderhoud 5 De tonercassette vervangen: ! De nieuwe tonercassette vier of vijf keer horizontaal schudden. ! De nieuwe tonercassette naar binnen schuiven tot deze vastklikt. ! Draai de tonervergrendeling naar beneden tot deze vastklikt. ! Sluit het voorpaneel en het zijpaneel. ! Wanneer op het scherm het bericht [Nieuwe toner?] verschijnt, selecteer dan [Ja] en druk op [Invoeren]. Het apparaat schakelt terug naar Standby.
Onderhoud Afdrukmodule De afdrukmodule dient te worden vervangen wanneer er een bericht verschijnt waarin wordt aangegeven dat de module bijna op is. Dit is na ongeveer 18.000 afdrukken. Indien er strepen of vlekken op de afdrukken verschijnen, kunt u proberen de afdrukmodule te reinigen. # Zie “Onderhoudstools” op pagina 9-25 voor informatie over het reinigen van de module. VOORZICHTIG: De groene afdrukmodule niet gedurende een langere periode blootstellen aan licht.
" De 3 tonercassette dient te worden verwijderd om de afdrukmodule te kunnen vervangen. 4 ! Open het voorpaneel openen. Onderhoud 2 ! Draai de tonervergrendeling naar boven om de tonercassette te ontgrendelen. ! Verwijder de gebruikte afdrukmodule.
Onderhoud 5 ! Haal de nieuwe afdrukmodule uit 6 ! Plaats de tonercassette terug en de verpakking en plaats deze in het apparaat. Let erop dat u het oppervlak van de afdrukmodule niet aanraakt. vergrendel de hendel. ! Sluit het voorpaneel en het zijpaneel. ! Op het scherm verschijnt het bericht [Nieuwe drum?]. Selecteer [Ja] en druk op [Invoeren]. Het apparaat schakelt terug naar Standby.
11 Problemen oplossen Indien er zich een probleem voordoet in het apparaat, dan kunt u dit hoofdstuk raadplegen voor instructies om de aard van de storing vast te stellen en de storing te verhelpen of om meer ondersteuning te verkrijgen. ! Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-2 ! Storingen verhelpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-3 ! Xerox Welcome Centre . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-10 ! Foutberichten op het scherm. . . . . . . . . . .
Problemen oplossen Algemeen Allerhande factoren kunnen de kwaliteit van de afdrukken negatief beïnvloeden. Voor optimale prestaties dient u de volgende richtlijnen te volgen: ! Het apparaat niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen, zoals een radiator, plaatsen. ! Het apparaat niet naar een ruimte met een veel hogere of lagere temperatuur of luchtvochtigheidsgraad overbrengen.
Wanneer er zich een fout voordoet, controleer dan het statusoverzicht op het bedieningspaneel. Het probleemgebied wordt aangegeven met een rood lampje dat aan en uit gaat: Statusoverzicht Documentstoringen Handm. invoer Papierstoring Lade 1 Lade 2 Documentstoringen Indien een document vastloopt wanneer het wordt ingevoerd via de AOD, dan verschijnt het bericht ‘Documentstoring’ op het scherm en gaat het documentstoringslampje op het statusoverzicht knipperen.
Problemen oplossen 2 ! Trek het document voorzichtig naar rechts en uit de AOD. ! Sluit de bovendeksel van de AOD. ! Voer de documenten opnieuw in via de AOD. Foutieve uitvoer 1 ! Open deAODen draai met de rolknop om foutief ingevoerde originelen uit de uitvoerzone te verwijderen. Indien het vastgelopen document niet gemakkelijk kan worden verwijderd, verdergaan bij Rolstoring. 2 Pagina 11-4 ! Sluit de AOD en plaats de documenten opnieuw.
Problemen oplossen Rolstoring 1 ! Maak de AOD open. ! Draai de ontgrendeling om zodat het vastgelopen document uit het uitvoergebied kan worden verwijderd. Trek het document voorzichtig met beide handen naar rechts. 2 ! Sluit de AOD en plaats de documenten opnieuw.
Problemen oplossen Papierstoringen Indien er zich papierstoringen voordoen, dan verschijnt 'Papierstoring' op het scherm en gaat de papierstoringslampje of het papierladelampje op het statusoverzicht knipperen om het probleemgebied aan te geven. Volg onderstaande stappen om de storing te verhelpen. Trek het papier langzaam en voorzichtig naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Papierinvoerzone Indien het papier in het invoergebied vastloopt, dan wordt het bericht 'Papierstoring 0' weergegeven.
! Indien het papier niet onmiddellijk Problemen oplossen 3 beweegt als u eraan trekt, trek dan aan de ontgrendeling om het zijpaneel te openen. ! Verwijder het foutief ingevoerde papier in de aangegeven richting. 4 ! Sluit het paneel. ! Plaats de papierlade terug. Laat het achterste gedeelte van de lade in het apparaat zakken tot de achterste rand van de bijbehorende sleuf en schuif de lade vervolgens helemaal naar binnen.
Problemen oplossen 2 ! Druk de fuserhendel naar 3 ! Draai de storingshendel in de beneden. Dit heft de druk op het papier op. richting van de pijl om het papier naar de uitvoerzone te verplaatsen. ! Trek het papier voorzichtig via de uitvoerzone naar buiten. 4 ! Duw de fuserhendel omhoog. 5 ! Plaats de storingshendel terug in de oorspronkelijke stand. ! Sluit het voorpaneel en het zijpaneel.
Indien er zich een papierstoring voordoet in de module voor 2-zijdig afdrukken, dan verschijnt ’Storing in 2-zijdige module’ op het scherm en gaat het papierstoringslampje in het statusoverzicht branden. 1 ! Druk op de ontgrendeling om het zijpaneel te openen. ! Verwijder het vastgelopen papier. 2 ! Sluit het zijpaneel.
Problemen oplossen Xerox Welcome Centre Indien de storing niet kan worden verholpen door de instructies op het scherm op te volgen, dan kunt u aan de hand van de suggesties in de tabellen in de volgende sectie proberen om het probleem snel op te lossen. Indien meer hulp of informatie nodig heeft, ga dan naar de website van Xerox voor onlineoplossingen en -ondersteuning. http://www.xerox.com Indien het probleem aanhoudt, neem dan contact op met het Xerox Welcome Center of uw Xerox-leverancier.
Indien zich in het apparaat een abnormale situatie voordoet of een onjuiste bewerking wordt uitgevoerd, verschijnt er een bericht met de aard van de fout. Indien dit gebeurt, kunt u de corrigerende handeling uitvoeren die in de volgende tabel wordt weergegeven. SCHERM Storing handmatige invoer BETEKENIS OPLOSSING Het apparaat registreert geen invoer via de handmatige invoer. Open het zijpaneel en verwijder het vastgelopen papier. Comm.- fout In het apparaat doet zich een communicatiefout voor.
Problemen oplossen SCHERM Incompatibel BETEKENIS OPLOSSING De externe partij beschikt niet over de betreffende toepassing, zoals bijvoorbeeld pollen. Niet door Xerox erkende U heeft een niet-erkende tonercassette tonercassette gebruikt. U moet een door Xerox goedgekeurde module gebruiken. Geen bewerking ingesteld Het apparaat heeft geen opdracht die uitgevoerd moet worden. Lijn bezet De externe fax geeft geen Probeer het opnieuw. Neem contact op met de gehoor.
BETEKENIS OPLOSSING Pol-fout Het externe faxapparaat De externe operateur dient vooraf te weten dat dat u wilt pollen is niet u gaat pollen en het document moet zich op het gereed om te reageren op externe faxapparaat bevinden. uw aanvraag. Voer de correcte pol-code in. Ook kan het zijn dat u een onjuiste pol-code heeft gebruikt bij het instellen van het apparaat om een ander faxapparaat te pollen. Geen ontwikkelmodule De tonercassette is niet geïnstalleerd. Nr.
Problemen oplossen SCHERM BETEKENIS OPLOSSING Herkiezen? Het apparaat wacht Druk op [Start] om onmiddellijk opnieuw te gedurende het kiezen of druk op [Stop] om het herkiezen te geprogrammeerde annuleren. interval alvorens opnieuw te kiezen. Functie vol Het geheugen is vol. Pagina 11-14 Verwijder onnodige documenten of verzend de documenten nogmaals wanneer er meer geheugen beschikbaar is. U kunt de verzending ook opsplitsen in meerdere bewerkingen indien het een grote opdracht betreft.
In de volgende tabel worden problemen weergegeven die kunnen optreden en de bijbehorende aanbevolen oplossingen. Probeer het probleem volgens de voorgestelde oplossing op te lossen. Indien het probleem aanhoudt, dan belt u het Xerox Welcome Centre. Kopieerproblemen PROBLEEM Het scherm gaat niet aan AANBEVOLEN OPLOSSING Controleer of het apparaat is aangesloten op een stopcontact en controleer of er spanning op het stopcontact staat. Controleer of de AAN/UIT-schakelaar in de AAN-stand staat.
Problemen oplossen PROBLEEM AANBEVOLEN OPLOSSING Het beeld kan eenvoudig van de Vervang het papier in de lade door papier uit een nieuwe kopie worden geveegd verpakking. Laat het papier in ruimtes met een hoge luchtvochtigheidsgraad niet gedurende lange perioden in het apparaat zitten. Veel papierstoringen Waaier de stapel papier uit en draai de stapel vervolgens om in de lade. Vervang het papier in de lade door nieuw papier. Controleer de papiergeleiders stel deze zo nodig bij.
PROBLEEM Het apparaat drukt niet af MOGELIJKE OORZAAK AANBEVOLEN OPLOSSING De IEEE-1284 parallelle Controleer de kabelaansluiting. kabel of USB-kabel is niet correct aangesloten. De IEEE-1284 parallelle kabel of USB-kabel is kapot. Controleer de kabel op een computer en een printer die werken. Indien afdrukken niet mogelijk is, vervang dan de kabel. De poortinstelling is incorrect.
Problemen oplossen PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK AANBEVOLEN OPLOSSING Onregelmatig vervaagde afdrukgedeelten Er is een probleem met de papierkwaliteit. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties voor het apparaat. De toner is mogelijk ongelijk verdeeld. Verwijder de tonercassette en schud deze voorzichtig om de toner gelijkmatig te verdelen. Plaats de tonercassette vervolgens weer terug. Zwarte vlekken Er is een probleem met de papierkwaliteit.
PROBLEEM Niet toegewezen MOGELIJKE OORZAAK De e-mailgroep die u wilt gebruiken heeft geen emailadres toegewezen gekregen. Verzendingsfout (SMTP) Het apparaat krijgt geen verbinding met de server of de verbinding is verloren gegaan wegens een netwerkprobleem. AANBEVOLEN OPLOSSING Voer het adres handmatig in. Probeer het opnieuw. Indien het probleem aanhoudt, probeer het dan nogmaals als het netwerkprobleem is opgelost.
Problemen oplossen PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK Kan vermelding niet verwijderen Wordt weergegeven wanneer een vermelding die geassocieerd is met het e-mailadres van een groep uit het adresboek wordt verwijderd. Bericht te lang Wordt weergegeven wannee het apparaat niet in staat is om het bericht op te delen en te verzenden. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de grootte van het bericht is geconfigureerd voor 1,0 MB en een enkele pagina groter dan is dan 1,0 MB.
MOGELIJKE OORZAAK AANBEVOLEN OPLOSSING Vermelding bestaat al Wordt weergegeven wanneer er een poging wordt gedaan om een vermelding toe te voegen die zich al in het adresboek bestaat. Ongeldige e-mail-ID Wordt weergegeven Verzekert u zich ervan dat het e-mailadres geen wanneer de opgegeven e- spaties bevat en dat het niet begint met speciale mail-ID niet geldig is. tekens zoals + of @ en dat de ID slechts één @-symbool bevat.
Problemen oplossen PROBLEEM AANBEVOLEN OPLOSSING De originelen worden niet Controleer of de externe fax compatibel is met uw apparaat. Dit verzonden hoewel bewerkingen apparaat ondersteunt G3-communicatie, maar geen G4normaal worden uitgevoerd communicatie. De originelen worden niet ontvangen hoewel [Start] is ingedrukt Wacht totdat de telefoon overgaat alvorens de hoorn op te nemen. Verzekert u zich ervan dat de hoorn niet wordt teruggeplaatst op de haak voordat u op [Start] drukt.
12 Specificaties In dit hoofdstuk worden de specificaties opgegeven voor alle functies van het apparaat. ! Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-2 ! Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-3 ! Faxspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-4 ! Scanner- en kopieerapparaatspecificaties. . . . . . 12-5 ! Algemene specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-6 ! Papierspecificaties. . . . . . .
Specificaties Inleiding De Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i voldoen aan strenge specificaties, goedkeuringen en certificeringen. Deze specificaties zijn ontwikkeld om de persoonlijke veiligheid van gebruikers te waarborgen en om ervoor te zorgen dat het apparaat optimaal presteert. Gebruik de specificaties van dit hoofdstuk om snel een overzicht te krijgen van de mogelijkheden van het apparaat. " Ga naar www.xerox.
ITEM Specificaties Printerspecificaties BESCHRIJVING Emulatie PCL6 Resolutie True 600 x 600 dpi, 1200 dpi klasse Afdruksnelheid 21 ppm voor A4/22 ppm voor Letter Effectieve afdrukbreedte 208 mm (8,2 inch) voor Letter/Legal (216 x 356 mm / 8,5 x 14 inch) 202 mm (8 inch) voor A4 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker Pagina 12-3
Specificaties Faxspecificaties ITEM BESCHRIJVING Geschikte lijn G3 PSTN (Public Switched Telephone Network) Communicatiestandaard ITU G3, Super G3 Resoluties Standaard: Fijn: Zeer fijn (Fijn Foto) Zeer fijn: Zeer fijn: Halftoon (Error Diffusion) Resoluties bij ontvangst 203 x 98 dpi, 203 x 196 dpi, 300 x 300 dpi, 203 x 392 dpi, 406 x 394 dpi Gegevenscodering MH/MR/MMR/JBIG/JPEG (Verzending van document in kleur) Maximale modemsnelheid 33,6 kbps Verzendsnelheid <3 seconden (standaardresolutie
ITEM Specificaties Scanner- en kopieerapparaatspecificaties BESCHRIJVING Scanmethode CCD, Flatbed Kopieersnelheid Afdrukken per minuut: 21 A4-formaat/22 Letter-formaat Scansnelheid 2,5 msec/line MONO Scanresolutie 600 x 600 dpi, 1200 dpi klasse Scanmode True Color, 250 grijstinten, zwart/wit Kopieermode Zwart/wit Effectieve scanbreedte 208 mm (20,83 cm) Maximale documentbreedte 216 mm (8,5 inch) Bereik kopieën 1 ~ 999 Verkleinen/Vergroten 25% ~ 400% in stappen van 1% (via glasplaat) 25
Specificaties Algemene specificaties ITEM BESCHRIJVING Capaciteit invoerlade Lade 1 en lade 2 (optioneel): 550 vellen van 80 g/m2 (20 lb) Handmatige invoer: 100 vellen van 80 g/m2 (20 lb) Capaciteit opvangbak 250 vellen van 80 g/m2 (20 lb), beeldzijde omlaag Levensduur tonercassette 8000 pagina’s (4000 pagina’s voor start-tonercassette) bij een dekkingsgraad van 5% Levensduur afdrukmodule 20.
ITEM BESCHRIJVING Beschikbare papiersoorten Gewoon papier, OHP-film, etiketten, enveloppen, karton, briefkaart Papiersoort Papierformaten Specificaties Papierspecificaties B x L (mm) B x L (Inch) Letter 215,9 x 279 8,5 x 11 Legal 215,9 x 355,6 8,5 x 14 JIS B5 182 x 257 7,17 x 10,12 A4 210 x 297 8,27 x 11,69 Executive 184,2 x 266,7 7,25 x 10,5 A5 148,5 x 210 5,85 x 8,27 A6-kaart 105 x 148,5 4,13 x 5,85 Briefkaart 4x6 101,6 x 152,4 4x6 Hagaki 100 x 148 3,94 x 5,83 7-3/4-env
Specificaties ITEM Invoerbron BESCHRIJVING Bron Papiersoorten Pagina 12-8 Gewicht Papierlade Gewoon papier A4, Letter, Legal, Folio Handmatige invoer Gewoon papier, enveloppen, transparanten, etiketten, karton A4, Letter, Legal, 60 ~ 160 g/m2 Folio, Executive, A5, (16 lb ~ 43 lb) B5, A6, Monarch (73/4), COM-10, Nr.
Getallen 2-zijdig E-mail 5-7 fax 6-8 kopiëren 3-8 A Aan de slag Kopiëren - procedure 3-2 Papier plaatsen 4-2 Scannen - procedure 8-3 Aansluitingen 2-12 Aantal 3-5, 3-18 Aantal invoeren 3-5, 3-18 Aantal kopieën 3-5, 3-18 Aanzetten 2-14 Adresboek afdrukken 5-12 Afdelingen beheren 9-18 Afdelingen maken 9-15 Afdelingscodes 9-15 Afdelingen beheren 9-18 Afdelingen maken 9-15 Afdelingsgegevens afdrukken 9-16 Hoofdcode wijzigen 9-20 Afdelingsgegevens afdrukken 9-16 Afdrukken 7-2 Afdrukken - procedure 7-2 Afdrukken
Index C Externe aansluitingen 2-12 Codebeveiliging 9-15, 9-21 Inschakelen 9-21 Toegangscode wijzigen 9-22 ControlCentre 9-8 ControlCentre gebruiken 9-9 ControlCentre uitvoeren 9-8 installeren 9-8 Tabblad Firmware-update 9-12 Tabblad Geavanceerd 9-10 Tabblad Informatie 9-12 Tabblad Instellingen 9-10 Tabblad Telefoonboek 9-11 ControlCentre gebruiken 9-9 ControlCentre installeren 9-8 ControlCentre uitvoeren 9-8 Conventies 1-3 F D Fax 6-9 2-zijdig 6-8 Lichter/Donkerder 6-8 starten 6-5 Type origineel 6-9 F
L Laag tarief 6-10 Lichter/Donkerder fax 6-8 kopiëren 3-6 Locatie van de onderdelen 2-5 Locatie van het onderdeel 2-5 Lokale verbinding Installatie van de driver 2-24 Proefafdruk 2-28 Proefscan 2-28 Werkstationinstellingen 2-26 Index Katern maken kopiëren 3-15 Kiesmethoden Handmatig groepskiezen 6-7 Handmatig kiezen 6-7 Kiezen met de aantaltoetsen 6-6 Opnieuw kiezen 6-7 Kiezen met de aantaltoetsen 6-6 Kleurenorigineel E-mail 5-8 kopiëren 3-9 Klonen kopiëren 3-7 Kopie van legitimatiebewijs kopiëren 3-11 K
Index E-mail 5-8 Fax 6-9 Overzicht bedieningspaneel 2-7 P S Papier bijvullen 2-15 Papier plaatsen 2-15, 4-2 Scannen 8-3 Handmatige invoer 4-5 Scannen - procedure 8-3 Papierlade 4-2 Scanner en kopieerapparaat - specificaties 12-5 Papiersoorten 4-9 Serienummer 1-5, 9-25 Voorbereiding 4-2 Sets kopiëren 3-8 Papierbron selecteren 3-2 Papierinvoer Software installeren 2-23 Handmatige invoer 4-5 Software-installatie 2-23 kopiëren 3-10 Specificaties Algemeen 12-6 Papier plaatsen 4-2 Papierlade 4-2 Fax 12-4 Pap
Veiligheidsnormen 1-8 Verbruiksartikelen bestellen 10-4 Vergroten/verkleinen kopiëren 3-7 Verpakking verwijderen 2-2 Verwachte levensduur tonercassette 10-5 Verzamelverzending 6-13 Verzenden naar uzelf 5-5 Voordat u papier plaatst 4-2 U W Uitgesteld 6-11 Uitschakelen 2-14 Uitzetten 2-14 Welkom 1-2 V Xerox Welcome Centre 1-5 Xerox Welcome Centre bellen 1-5 Xerox-website 1-5 Veiligheid 1-6 Veiligheid van de laser 1-10 Index Tonercassette vervangen 10-5, 10-7 Tonermelding 9-26, 10-7 Totaal aantal afdr
Index Index-6 Xerox CopyCentre C20, WorkCentre M20 en WorkCentre M20i Handleiding voor de gebruiker