Operation Manual

14 Woordenlijst
238 Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Handleiding voor de gebruiker
Internationale
communicatie
Een mode voor communicatie waarbij de transmissiesnelheid
wordt verlaagd, zodat een stabielere en betrouwbare
communicatie ontstaat, zelfs bij slechte verbindingen.
Invoer De documenten die op de glasplaat of in de AOD zijn
geplaatst om te worden gescand.
IP Een afkorting van "Internet Protocol". Dit is een
communicatieprotocol van de netwerklaag dat door
verschillende computerplatforms wordt ondersteund. IP regelt
de route van de gegevens.
ITU-T Een afkorting voor de International Telecommunications
Union. Deze groep stond vroeger bekend onder de naam
CCITT. Dit is de organisatie die verantwoordelijk is voor het
standaardiseren van faxcommunicatie.
Kaderlimiet Er wordt één extra vel gebruikt wanneer de lengte van het
verzonden document groter is dan de lengte van het papier
dat in de ontvangende terminal is geplaatst. Een marge aan
de onderste rand van een ontvangen document kan worden
verwijderd, zodat de informatie op één pagina kan worden
afgedrukt. De ruimte die aan de onderste rand van een
document kan worden verwijderd, is de kaderlimiet. Wanneer
de kaderlimietwaarde laag is, wordt de informatie op de
volgende pagina afgedrukt. Maar wanneer deze groot is, kan
een groter deel worden verwijderd, zodat de informatie op een
pagina kan worden afgedrukt.
Kettingkiezen Specificeert een bestemming door een combinatie van
snelkiescodes, direct-toetsen en kiesnummers met behulp
van de aantaltoetsen.
Keuzepapier Een papierformaat dat geen standaardformaat is en dat door
de gebruiker zelf kan worden opgegeven.
Kiestekens Speciale tekens die worden gebruikt om bijvoorbeeld een
kiespauze in te voeren.
Kiestoon Er klinkt een toon uit de telefoonlijn wanneer een extern
apparaat een oproep ontvangt. U weet dan dat u met het
apparaat bent verbonden.
Kiezen Een telefoonnummer gebruiken voor het versturen van een
document. De beschikbare kiesmethoden op het apparaat zijn
o.a.: handmatig kiezen met de aantaltoetsen, snelkiezen,
direct-toetsen, het adresboek gebruiken, enz.
Knooppunt Een nummer dat een toegangspunt op een netwerk aangeeft.
Het werkt als een adres.
Kop/kop Een 2-zijdig document, waarbij op de tweede zijde de kop van
het beeld de kop van de pagina is. Hierbij worden de pagina's
aan de zijkant omgeslagen.