Operation Manual

Storingsdiagnosetabellen
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Handleiding voor de gebruiker 201
Aflevering is te licht of te donker. Plaats nieuw papier.
Controleer de kwaliteit van het origineel.
Stel de toepassing [Lichter/Donkerder] in
op een lichtere of donkerdere instelling.
Maak meerdere afdrukken tot de
afdrukkwaliteit verbetert.
Vervang de afdrukmodule.
Aflevering is te licht. Wanneer de tonercassette nieuw is, is de
toner mogelijk nog niet verdeeld. Voer de
opdracht opnieuw uit.
Maak meerdere afdrukken tot de
afdrukkwaliteit verbetert.
Kies bij de toepassing [Lichter/Donkerder]
een instelling voor donkerder.
Ongelijkmatige afdruk Vervang de afdrukmodule.
Vervang de tonercassette.
Wazige afdruk Plaats nieuw papier.
Vervang de afdrukmodule.
Vervang de tonercassette.
Ontbrekende tekens Plaats nieuw papier.
Vervang de afdrukmodule.
Vervang de tonercassette.
Glansvariaties (“coining”) Controleer de kwaliteit van de originelen.
Pas de toepassing [Lichter/Donkerder]
voor het contrast aan wanneer het
document grote volvlakken heeft.
Lichte afdrukken bij het scannen van
glanzende of gecoate originelen via de AOD.
Gebruik de glasplaat in plaats van de
AOD.
Schaduwbeelden Controleer de kwaliteit van de originelen.
Als transparanten worden gebruikt,
selecteert u de papiersoort [Transparant]
op het scherm. Het apparaat past de
kwaliteit automatisch aan voor
transparanten.
Voer het document KKE in.
Vervang de tonercassette.
Bleke kopie Controleer de kwaliteit van de originelen.
Als het beeld aan de randen lichter is, kiest
u bij [Lichter/Donkerder] een instelling voor
donkerder.
Vervang de afdrukmodule.
Variaties in volvlakken Controleer de kwaliteit van de originelen.
Stel de toepassing [Lichter/Donkerder] in
op een lichtere of donkerdere instelling.
Vervang de afdrukmodule.
Symptoom Aanbeveling