Operation Manual
8 Papier en ander afdrukmateriaal
132 Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Handleiding voor de gebruiker
Lade 5 (handmatige invoer)
In lade 5 (handmatige invoer) kunt u verschillende papierformaten en -soorten
gebruiken. Lade 5 (handmatige invoer) bevindt zich aan de linkerzijde van het
apparaat. Voor grotere papierformaten is een ladeverlenging bijgevoegd. Als papier in
lade 5 (handmatige invoer) is geplaatst, wordt het scherm geopend waarop u het
papierformaat en de soort kunt selecteren. Geef het papierformaat en de papiersoort
op die overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Indien deze niet met
elkaar overeenkomen, moet er opnieuw worden geprogrammeerd. Zie Scherm
[Papierformaat] in het hoofdstuk Kopiëren op pagina 60 voor meer informatie over het
programmeren van lade 5 (handmatige invoer).
OPMERKING: Voorkom onnodige fuser- en papierstoringen door het
geprogrammeerde papierformaat en de papiersoort af te stemmen op het geplaatste
afdrukmateriaal.
1. Plaats het papier netjes in lade 5
(handmatige invoer) en controleer of de
papierstapel in het midden van de lade
ligt met de afdrukzijde naar beneden. In
lade 5 (handmatige invoer) kan een
stapel van 10 mm worden geplaatst.
OPMERKING: Maak de papierstapel niet
hoger dan de maximumvullijn.
OPMERKING: Plaats bij het enkelzijdig/
tweezijdig kopiëren op geperforeerd papier het papier zodanig dat de niet-
geperforeerde zijde van het papier het eerst wordt ingevoerd. Als u het papier zodanig
zou plaatsen dat de geperforeerde zijde het eerst wordt ingevoerd, kan dit een
papierstoring veroorzaken.
OPMERKING: Wanneer u kopieën of
afdrukken maakt op dik papier en het papier
niet in het apparaat wordt gevoerd, maakt u
een krulling in de invoerrand van het papier,
zoals aangegeven in de afbeelding rechts.
Let echter op dat er papierstoringen kunnen
optreden als u het papier te sterk krult of
vouwt.
OPMERKING: Wanneer u enveloppen
plaatst, let er dan op dat de flappen van de enveloppen zijn gesloten, en dat de
enveloppen zodanig worden geplaatst dat zij met de flap eerst worden ingevoerd. Als
u C5-enveloppen plaatst, stelt u LKE in zodat de kant met de flap naar u toe ligt.
2. Schuif de zijgeleiders naar het papier toe tot ze de rand van de papierstapel net
raken.