Operation Manual

Bezig met afdrukken
ColorQube 8700/8900-multifunctionele kleurenprinter 71
Handleiding voor de gebruiker
Afwerkopties voor Windows selecteren
Als uw printer is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u afwerkopties selecteren in de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de printerdriver.
Afwerkopties selecteren in de PostScript- en PCL-printerdrivers:
1. Klik in de printerdriver op het tabblad Papier/aflevering.
2. Om nietopties te selecteren, klikt u op de pijl rechts van het veld Nieten en selecteert u een optie:
Geen - de afdrukopdracht wordt gestapeld zonder de sets te nieten.
1 nietje - er wordt een nietje in de linkerbovenhoek van elke set geplaatst.
3. Om de opvangbak te selecteren, klikt u op de pijl rechts van het veld Afleveringsbestemming en
selecteert u een optie:
Auto-selectie - de afleveringsbestemming wordt bepaald door het aantal sets en de
geselecteerde nietoptie. Meerdere sets of geniete sets worden in de opvangbak van de
afwerkeenheid afgeleverd.
Bovenste opvangbak - selecteert de opvangbak boven op de printer.
Afdrukkenopvangbak - selecteert de opvangbak van de afwerkeenheid.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik om de instellingen op te slaan op Opgeslagen instellingen onder in het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en vervolgens op Opslaan als.
Als u de opdracht naar de printer wilt verzenden, klikt u op Afdrukken.
Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Windows
U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op
toekomstige afdrukopdrachten.
Een set afdrukopties opslaan:
1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand > Afdrukken.
2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op de tabbladen in het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer de gewenste instellingen.
3. Klik op Opgeslagen instellingen onder in het venster Printereigenschappen en klik vervolgens op
Opslaan als.
4. Voer een naam in voor de set afdrukopties en klik vervolgens op OK om de set opties op te slaan
in de lijst Opgeslagen instellingen.
5. Selecteer de naam in de lijst om deze opties te gebruiken bij het afdrukken.