Operation Manual

26
nederlands
DE SENSOR REINIGEN
Als je de sensor reinigt:
Reinig alleen de buitenkant van de sensor.
Gebruik een droge doek. Gebruik geen
schurende doekjes, reinigingsmiddelen,
schuurpoeder, oplosmiddelen
(bijvoorbeeld alcohol, gasoline,
verfverdunner of wasbenzine) of andere
vloeibare of spuitbusreinigers.
Gebruik geen perslucht.
Probeer de aansluitingen niet te reinigen.
Maak het oppervlak waarop de sensor is
geplaatst schoon met een droge doek.
Voorkom dat de sensor nat wordt.
Verklein de kans op brand of elektrische
schokken door te voorkomen dat de
sensor wordt blootgesteld aan regen of
ander vocht.