User manual

Veiligheidsaanwijzingen
Het niet-opvolgen van de instructies en veilig-
heidsaanwijzingen uit deze handleiding kan tot
zwaar persoonlijk letsel leiden, bijv. door het
bekneld raken in de poort.
Volg alle instructies uit deze gebruiks- en montagehandlei-
ding op, om aan de veiligheidsvoorschriften van de normen
EN 13241-1, EN 12445 en EN 12453 te voldoen en
gebruik de installatie pas nadat een vakkracht gecontroleerd
heeft of deze aan de norm voldoet.
Door oneigenlijk gebruik bestaat verhoogd
gevaar voor verwondingen.
Grijp nooit in de bewegende poort of in bewegende
onderdelen.
De poort mag nooit zonder extra veiligheidsinstallaties
(bijv. lichtsensor) buiten zicht in beweging gezet
worden, zie pagina 29.
Instrueer alle personen in het veilig gebruik van de
garagepoort.
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar, mensen
met een lichamelijke, sensorische of geestelijke beper-
king, of mensen met een gebrek aan ervaring en kennis
onder toezicht gebruikt worden, als ze geïnstrueerd zijn
in het veilige gebruik en de gebruiksrisico's kennen.
Kinderen mogen niet met het apparaat en ook niet
met de handzender spelen.
Berg de handzender zo op, dat ongewenst bedrijf, bijv.
door spelende kinderen, niet mogelijk is.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen
niet door kinderen zonder toezicht uitgevoerd
worden.
Laat niemand onder de bewegende poort door lopen.
Houd kinderen op een veilige afstand van de bewegen-
de poort.
Rijd de garage pas uit of in als de poort volledig
geopend is en stilstaat.
Bij onjuiste of defecte veiligheidsinstallaties
bestaat er verwondingsgevaar of risico van
materiële schade.
Controleer voor de eerste inbedrijfstelling en een
keer per maand of de veiligheidsinstallaties correct
functioneren (bijv. de krachtbegrenzing).
Zet de veiligheidsinstallaties nooit buiten werking.
Houd de poortaanslag aan de grond vrij van ijs, sneeuw,
vuil en stenen.
Bij werkzaamheden aan elektrische systemen
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
Laat alle werkzaamheden aan elektrische installaties en
aan de aandrijving alleen door een erkende elektro-
monteur uitvoeren.
Trek voor alle werkzaamheden aan de poort of de
poortaandrijving (bijv. reiniging, onderhoud of vervan-
ging van onderdelen) altijd de stekker uit het stopcon-
tact.
Het gebruik van defecte apparaten kan leiden
tot gevaar voor personen en materiële schade.
Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten.
Controleer de aandrijving en netkabel op beschadiging.
Bij een beschadiging van de netkabel moet deze door
de fabrikant, de bevoegde klantendienst of andere
gekwalificeerde vaklieden worden vervangen om
risico's te vermijden.
Neem a.u.b. met onze serviceafdeling contact op
(zie pagina 36) indien u schade aan het apparaat
vaststelt.
Defecte poorten kunnen leiden tot storingen.
De loop van de poort mag niet door slecht afgestelde
veren of door slecht werkende poortophangingen resp.
poortconstructies gehinderd worden.
Er bestaat verwondingsgevaar door de sterk gespannen
poortveer. Vervang nooit zelf de poortveren.
Laat alle werkzaamheden aan het poortmechaniek en
de veren alleen door een erkend vakkracht uitvoeren.
Bij uitoefening van kracht op de poorten bestaat
er gevaar voor beknellingen en uitzwenken aan
de sluitzijdes.
Let erop dat er zich tijdens bedrijf geen personen in het
zwenkbereik van de garagepoort bevinden.
i
8
NL