Technical data

95
Elektrische zaag om takken te snoeien NL
ladder, tot het verlies van de controle over
uw evenwicht en de kettingzaag leiden.
6. Houd er bij het afzagen van een onder
spanning staande tak rekening mee
dat deze terugveert. Als de spanning in
de houtvezels vrijkomt, kan de gespannen
tak de bediener raken, of kan deze de
bediener de controle over de kettingzaag
doen verliezen.
7. Wees bijzonder voorzichtig bij het
zagen van laag houtgewas en jonge
bomen. Het dunne materiaal kan in de
zaagketting blijven hangen en op u slaan of
u uit het evenwicht brengen.
8. Volg de aanwijzingen voor het smeren,
de kettingspanning en het wisselen
van toebehoren op. Een onjuist
gespannen of gesmeerde ketting kan
breken of het terugslagrisico verhogen.
9. Houd handgrepen droog, schoon en
vrij van olie en vet. Vettige grepen met
olie zijn glad en leiden tot het verlies van
de controle over de kettingzaag.
10. Zaag alleen hout. Gebruik
de kettingzaag alleen voor
werkzaamheden waarvoor deze
bestemd is. Voorbeeld: Gebruik
de kettingzaag niet voor het
zagen van plastic, metselwerk of
bouwmaterialen die niet van hout
zijn. Het gebruik van de kettingzaag
voor werkzaamheden waarvoor deze niet
bestemd is, kan tot gevaarlijke situaties
leiden.
11. Voor nog meer veiligheid wordt het
gebruik van een foutstroomschakelaar
(reststroomapparaat) met een afslagstroom
van maximaal 30 mA geadviseerd.
12. Houd het gereedschap alleen aan de
geïsoleerde handgrepen vast, omdat
de kettingzaag in aanraking kan
komen met verborgen bedrading. Als
de zaagketting een onder stroom staande
draad aanraakt, zorgt dit er voor dat niet-
geïsoleerde delen van het gereedschap
ook onder stroom komen, waardoor de
gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
EXTRA VEILIGHEIDSAANWI-
JZINGEN VOOR UW
MACHINE
WAARSCHUWING: Gebruik dit
gereedschap niet om bomen om te
zagen.
1. Bepaal van tevoren een veilige vluchtweg
bij vallende takken en zaagafval. Zorg dat
de vluchtweg vrij is van obstakels die u
zouden kunnen hinderen. Bedenk dat nat
gras en vers gezaagde boomschors glad
zijn.
2. Wees u bewust van de waarschijnlijke
valrichting van takken. Houd rekening met
alle factoren die de valrichting kunnen
beïnvloeden, zoals:
• Debeoogdevalrichting.
• Denatuurlijkekrommingvandetak.
• Eenverdikkingofrotteplek.
• Anderebomenofobstakelszoals
bovengrondse kabels.
• Derichtingenkrachtvandewind.
3. De veilige afstand tussen een tak die wordt
afgesnoeid en omstanders, gebouwen en
andere objecten is ten minste 2 1/2 keer de
lengte van de tak. Een omstander, gebouw
of object binnen deze afstand loopt het
risico door de vallende tak te worden
geraakt.
4. Als u een tak doorzaagt die onder spanning
staat, wees dan bedacht op het terugveren
daarvan. Als de spanning in de houtvezels
vrijkomt, kan de tak tegen u aanslaan en/of
het gereedschap uit uw handen wringen.
5. Draag altijd geschikte veiligheidsmiddelen
bij het gebruik van het gereedschap, zoals
veiligheidsschoenen met antislipzolen, een
helm, een stofbril, gehoorbeschermers en
handschoenen.
6. Zorg dat er altijd iemand in de buurt is (op
een veilige afstand) die bij een ongeval
hulp kan bieden.
7. Gebruik het gereedschap nooit terwijl u in
een boom, op een ladder of op een andere
instabiele verhoging staat.
8. Zorg er altijd voor dat u stevig staat en in
evenwicht blijft.
9. Houd de handvatten droog, schoon en vrij
van olie en vet.