Operation Manual

PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
7
1. Indien de koelkast niet werkt, let u dan op het volgende:
Is er elektriciteit en komt het voltage overeen.
Zijn de stoppen niet doorgeslagen.
Zit de stekker stevig in het stopcontact.
Staat de thermostaat niet op 0.
2. Indien de koelkast niet naar behoren koelt, let u dan op het volgende:
Staat de thermostaat op de juiste stand.
Is er voldoende ruimte om de koelkast.
Is de deur niet te vaak en/of te lang geopend.
Is de koelkast niet in de directe zon of bij een warmtebron geplaatst.
Ligt er niet te veel, of te heet voedsel in de koelkast.
3. Indien het voedsel in de koelkast is bevroren, let u dan op het volgende:
Staat de thermostaat op de juiste stand.
Ligt er niet teveel vochtig voedsel in de koelkast.
4. Indien de koelkast extreem veel geluid maakt, let u dan op het volgende:
Staat de koelkast op een vlakke, stevige ondergrond.
Staat de koelkast rondom niet in contact met andere voorwerpen.
Staan er geen verpakkingen o.i.d. tegen elkaar in de koelkast.
5. Indien de koelkast niet werkt in de winter, let u dan op het volgende:
De omgevingstemperatuur dient tussen de 15 en 38 C˚ te zijn, aangezien dit model
koel/vriescombinatie valt onder de klimaatsklasse N/ST.
6. Lekt er water op de vloer, let u dan op het volgende:
Is het waterafvoer gaatje verstopt.
De afvoerslang in de compressor is niet juist aangesloten.
7. De koelkast slaat continue aan, let u dan op het volgende:
Ligt er te veel voedsel inde ijskast.
Staat de thermostaat op een hoge stand, zoals bijv.7.
Wordt de deur van de koelkast te vaak geopend.
Is de ventilatie rondom de koelkast goed.
Is de deur niet goed gesloten of is de deurpakking is beschadigd.