Operation Manual

FUNCTIES/GEBRUIK
8
 Spoelstop
Hiermee blijft het water in de trommel staan.
Afpompen en centrifugeren, kunt u activeren
door het desbetreffende programma in te
stellen.
7. Uitstel Start
U kunt de start uitstellen, door op deze knop
te drukken. U kunt de gewenste uitsteltijd
zelf instellen, door meerdere keren op de
knop te drukken. Het corresponderende
lampje zal knipperen tot de uitsteltijd is
verlopen.
8. Instellen centrifugesnelheid
Door op deze knop te drukken kunt u de
snelheid van de centrifuge aanpassen. Nadat
u de gewenst centrifugesnelheid heeft
ingesteld, zal het corresponderende lampje
gaan branden.
EERSTE GEBRUIK
Het dient aanbeveling voordat u gaat
wassen, de wasmachine één keer te laten
draaien, zonder wasgoed op een Katoen
programma op 90°C.
U kunt het wasgoed onderverdelen in 4
categorieën:
 Witte was
 Gekleurde was
 Synthetische was
 Delicate (fijne) was
 Wol
Indien u het witte wasgoed samen met het
gekleurde wasgoed wast, zal de witte was
grauw worden. Nieuwe gekleurde was zal bij
de eerste wasbeurt vaak afgeven, het is
daarom beter deze eerst apart te wassen.
Het is raadzaam altijd de wasvoorschriften
in de kleding op te volgen. Let erop dat er
geen metalen objecten in de wasmachine
terechtkomen, zoals paperclips, spelden,
schroeven, munten, e.d.
KIEZEN VAN HET WASPROGRAMMA
Om het wasprogramma te starten, dient u
d.m.v. de Programma keuzeknop (2) het
gewenste programma in te stellen.
U kunt eventueel, extra functies in stellen
voor uw persoonlijke voorkeur, zoals,
aanpassen van temperatuur,
centrifugesnelheid of uitstellen van de Start.
HET LADEN VAN DE TROMMEL
Verdeel het wasgoed gelijkmatig in de
trommel, voor een optimaal wasresultaat.
Indien u de wasmachine overlaadt of indien
de wasmachine met wasgoed is gevuld voor
minder dan de helft, zal dit de wasmachine
overbelasten en kan deze daardoor meer
herrie maken.
Het dient aanbeveling de wasmachine te
laden totdat deze (bijna) de maximale
capaciteit heeft bereikt. Dit staat vermeld op
het bedieningspaneel.
Bij kleine wasjes of bij wasgoed met
verschillende structuur, raden wij u aan de
centrifugesnelheid te verminderen. Dit om
heftige trillingen te voorkomen.
Wij adviseren u de volgende hoeveelheden te
hanteren:
Katoen: de trommel volledig laden , maar
niet het maximum gewicht overschrijden.
Synthetisch: de trommel voor de helft vullen.
Delicaat en wol: de trommel tot één derde
vullen.
DOSERING WASMIDDEL EN
WASVERZACHTER
Houdt met het doseren van het wasmiddel
rekening met hoe vuil het wasgoed is, de
hardheid van het water en de hoeveelheid
wasgoed.
Voor ieder hoofdwasprogramma, dient u het
wasmiddel in het middelste vakje(II) te doen.