Operation Manual
Instructies voor de installateur
3.3 Gesloten verbranding
3.3.2 Dakdoorvoer voor A19M en A19ME
3.3.2.1 Wanneer gebruiken?
Dit type wordt gebruikt wanneer de rookgasafvoer uitmondt op een hellend dak.
Deze dakdoorvoeren zijn geschikt als gecombineerde doorvoeren voor de afvoer van verbrandingsgassen en de toevoer
van verbrandingslucht voor gesloten gasgestookte toestellen, met of zonder ventilator. De aansluiting gebeurt met
concentrische buizen Ø100 – Ø 150.
3.3.2.2 Afmetingen
Afmetingen loden indekstuk: 500mm × 500mm
3.3.2.3 Plaatsing dakdoorvoer
De dakdoorvoer, als onderdeel van de totale installatie, moet worden aangebracht volgens de nationale regelgeving.
1. Controleer eerst de dakdoorvoer op beschadigingen.
2. Bepaal de plaats van de dakdoorvoerconstructie. Bij een
pannendak moet rekening gehouden worden met de pansoort.
3. Maak van buitenaf een gat voor de dakdoorvoer. Zorg ervoor
dat er geen zaagsel of stof in het toestel kan komen.
4. Plaats het indekstuk.
5. Plaats de dakdoorvoer voorzichtig van buitenaf door het dak.
6. Zet de dakdoorvoer met behulp van een waterpas recht.
7. Plaats de meegeleverde bevestigingsbeugel om de
dakdoorvoer en bevestig deze aan het dakbeschot. De beugel
nog niet vastzetten.
8. Bouw het concentrisch systeem beginnende bij het gastoestel
op.
9. Zet als laatste de dakbeschotbeugel vast en controleer alle
werkzaamheden op juiste uitvoering.
27