Operation Manual

Gebruiksaanwijzing Appendix B EMC-richtlijnen en verklaringen van de fabrikant 71
Tabel 7. Elektromagnetische immuniteit
De CP 100 elektrocardiograaf is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de
CP 100 elektrocardiograaf moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601
Testniveau
Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Draagbare en mobiele HF-communicatieapparaten mogen niet dichter
bij onderdelen van de CP 100 elektrocardiograaf (inclusief kabels)
worden gebruikt dan op de aanbevolen afstand zoals berekend op
basis van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de
zender.
Aanbevolen afstand
Geleide HF
IEC 61000-4-6
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 Vrms d = (1,17)
Gestraalde HF
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
3 V/m d = (1,17) 80 MHz tot 800 MHz
d = (2,33) 800 MHz tot 2,5 GHz
waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is
volgens de specificatie van de fabrikant van de zender en de d de
aanbevolen afstand in meters (m).
Veldsterkten van vaste HF-zenders, zoals deze tijdens een
elektromagnetisch locatieonderzoek zijn bepaald,
a
, moeten kleiner zijn
dan het conformiteitsniveau per frequentiebereik
b
.
Er kan interferentie optreden in de buurt van apparaten met het
volgende symbool:
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische voortplanting ondergaat de invloed van
absorptie en reflectie door structuren, voorwerpen en mensen.
a
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiele/draadloze telefoons), landmobiele radio's, amateurradio's
AM- en FM-radiozenders en televisiezenders, kunnen niet met nauwkeurigheid theoretisch worden voorspeld. De elektromagnetische
omgeving zoals deze door vaste HF-zenders ontstaat, kan uitsluitend door middel van een elektromagnetisch locatieonderzoek worden
beoordeeld. Als de gemeten veldsterkte op de lokatie waar de CP 100 elektrocardiograaf wordt gebruikt groter is dan het bovengenoemde
geldende HF-conformiteitsniveau, moet gecontroleerd worden of de elektrocardiograaf normaal werkt. Als er een abnormale werking wordt
waargenomen, kunnen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. De elektrocardiograafkan bijvoorbeeld anders worden gericht of elders
worden geplaatst.
b
Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten kleiner zijn dan 3 V/m.
P
P
P