Installation Instructions

Thermo Top C / Thermo Top E Wettelijke bepalingen voor de inbouw
1
1 Wettelijke bepalingen voor de inbouw
1.1. Wettelijke bepalingen voor de inbouw
Voor het verwarmingstoestel Thermo Top C en Thermo Top E
bestaat typegoedkeuring volgens EG-richtlijnen 72/245/EEG (EMC) en
2001/56/EG (verwarming) met de EG-goedkeuringsnummers:
e1* 72/245*95/54*1232*02
e1*2001/56*0002*00
e1*2001/56*0003*00
Voor de inbouw zijn in eerste instantie de bepalingen van bijlage VII der
richtlijn 2001/56/EG in acht te nemen.
ADVIES:
De bepalingen van deze richtlijnen zijn in het geldigheidsgebied
van de EU-richtlijn 70/156/EEG bindend en dienen in landen zonder
speciale voorschriften eveneens te worden opgevolgd!
(uittreksel uit de richtlijn 2001/56/EG bijlage VII)
1.7.1. Een duidelijk zichtbare bedrijfsindicator binnen het gezichtsveld
van de gebruiker moet aangeven of het verwarmingstoestel in- of
uitgeschakeld is.
2. Voorschriften voor de inbouw in het voertuig
2.1. Geldigheidsgebied
2.1.1. Behoudens sectie 2.1.2 moeten verbrandingskachels volgens de
voorschriften van deze bijlage worden ingebouwd.
2.1.2. Bij voertuigen der klasse O (aanhangers) met
verwarmingstoestellen voor vloeibare brandstof wordt ervan uitgegaan
dat zij aan de voorschriften van deze bijlage voldoen.
2.2. Opstelling van het verwarmingstoestel
2.2.1. Onderdelen van de opbouw en overige bouwcomponenten in de
nabijheid van het verwarmingstoestel moeten tegen overmatige
warmtebelasting en mogelijke verontreiniging door brandstof of olie
worden beschermd.
2.2.2. De verbrandingskachel zelf mag bij oververhitting geen
brandgevaar opleveren. Aan deze eis is voldaan wanneer bij de inbouw
op voldoende afstand t.o.v. alle andere onderdelen en een geschikte
luchtverversing gelet wordt en vuurvaste materialen of hittewerende
platen worden gebruikt.
2.2.3. Bij voertuigen der klasse M2 en M3 mag het verwarmingstoestel
niet in de passagiersruimte ondergebracht zijn. Een inrichting in een
hermetisch gesloten omhulling die bovendien aan de voorwaarden van
sectie 2.2.2 voldoen mag evenwel worden gebruikt.
2.2.4. Het plaatje overeenkomstig sectie 1.4 (typeplaatje) of een
herhaling (duplicaat typeplaatje) ervan moet zo worden aangebracht dat
het nog gemakkelijk leesbaar is wanneer het verwarmingstoestel in een
voertuig ingebouwd is.
2.2.5. Bij de opstelling van het verwarmingstoestel moeten alle
passende voorzorgsmaatregelen worden getroffen teneinde het risico
van lichamelijk letsel voor personen of beschadiging van meegevoerde
voorwerpen tot een minimum te beperken.
2.3. Brandstoftoevoer
2.3.1. De brandstofvuldop mag zich niet in de passagiersruimte bevinden
en moet met van goed afsluitend deksel voorzien zijn om het ontsnappen
van brandstof te voorkomen.
2.3.2. Bij verwarmingstoestellen voor vloeibare brandstof, waarbij de
brandstoftoevoer gescheiden is van de brandstoftoevoer van het voertuig,
moeten de soort van de brandstof en de vuldop duidelijk gemerkt zijn.
2.3.3. Op de vuldop moet een aanwijzing aangebracht zijn dat het
verwarmingstoestel voor het bijvullen van brandstof moet worden
uitgeschakeld. Een overeenkomstige aanwijzing moet ook in de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant zijn opgenomen.