Operation Manual
Het verwarmingsapparaat dient ook in het zomerseizoen regelmatig (b.v. eens pel
maand) gedurende ca. 10 minuten te worden ingeschakeld.
Voor elke verwarmingsperiode worden de volgende kontrole- en onderhoudswerk-
zaamheden voorgeschreven :
verwarmingsapparaat uitwendig reinigen.
elektrische aansluitingen op korrosie en doorverbinding kontroleren.
uitlaatgasafvoerleiding en uitlaatdemper kontroleren op beschadiging,
dichtheid en vervuiling.
verbrandingsluchttoevoer (slang) kontroleren op beschadiging en vervuiling.
luchttransportslangen kontroleren op beschadiging (knik) en vrije doorgang.
brandstoffilter vervangen.
brandstofleidingen op beschadiging en dichtheid kontroleren.
Testen, repareren of vervangen.
I
'I!/;,r[!/;'lIe
z~:
~l~;';~'
Z'l~
STORINGSTABEL
,h
!/;~~;~~
;~~~I
~~~i~/
!i~
%}IJ;
fjj!l~
lt1i/J
Storingsbeeld
Na inschakeling
- geen funktie
•
• •
• •
•
Pas na meerdere keren inschakelen - verbranding
•
•
•
Gloeispanning - geen
•
•
•
•
•
•
·1
Gloeispanning - te laag
•
•
•
•
Motor -
gaat
direkt draaien
•
•
Motor - gaat niet draaien
• •
•
•
•
•
Verbranding - treedt niet in
•
•
•
•
•
• •
•
Verbranding - valt uit
•
•
•
•
•
Verbranding - rookt grijs
0
Verbranding - rookt zwart
•
•
•
Verwarmingsapparaat
- oververhit
• •
Motor in naloop -
schake It niet uit
•
Tikken doseerpomp - niet hoorbaar
•
•
••
•
• • •
Tikken
doseerpomp - onregelmatig
•
•
Storingsuitschakeling - na ca. 240
sek.
•
•
Storingsuitschakeling - na ca. 30
sek.
•