Operating instructions

NL
29
W95
De volgende materialen zijn niet geschikt om te worden verwerkt:
Dispersie- en latexverven, Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten,
Glazuren met grove bestanddelen, Afbijtmiddelen en logen, Silicaat verven.
Het verwerken van die spuitmaterialen kan een verhoogde slijtage of schade aan de
pomp door corrosie tot gevolg hebben,.wat niet door de WAGNER-garantie gedekt is.
Voorbereiden van het spuitmateriaal
Om deze lakken te kunnen verspuiten moet deze verdund worden. Gebruikelijk is dat
op de meeste verfbussen de spuitverdunning staat vermeld; zo niet raadpleeg uw
vakhandelaar of kijk op de bijgesloten viscositeitstabel (viscositeit = dikte van de verf).
Het meten van de Viscositeit
De viscositeitsbeker (Illus. 1) in de verf onder dompelen. Dan de beker optillen. Met de
tyt tot dat de verftstraal ophoudt. Vergelyk deze "uitlooptyd" met de viscositeitstabel.
Ingebruikname
1. Let op dat voor het ingebruiknemen , het voltage welke achter op de kenplaat van
de spuit staat, overeenkomt met hetzelfde te gebruiken voltage.
2. Spuitmateriaal overeenkomstig bovenstaande table verdunnen.
3. Bekerhouder op een papieren onderlegger zetten en vullen met het spuitmateriaal.
Let op! Probeer uw spuitpistool nooit uit zonder verf in de beker, dit
verhoogd de kans op slijtage van de pomp!
4. De beker op het spuitpistool draaien, tot de bajonet-sluiting voelbaar vastklikt
(Illus. 2, arrow).
5. Schakelaar indrukken, hierdoor treedt het pistool in werking.
6. Door draaien aan de fijnregelknop wordt de hoeveelheid verf gereduceerd.
(Illus.3,arrow)
Hanleidingstabel voor viscositeit
Verfmateriaal Viscositeit: Uitlooptijd in seconden
Oplosmiddelhoudende vernissen/grondverven 20-35 20-45
Water-verdunbare vernissen/grondverven 20-50 20-60
Autolakken 18-22 18-22
Houtbeschermingsmiddelen, desinfecteringsmiddelen,
plantbeschermingsmiddelen, politoeren, oliƫn onverdund
Hamerslag-effektlakken 25-35 30-45
Aluminiumlakken 20-30 20-30