operation manual

NL
52
W 150
gebruikt. Indien er verf in de ventilatieslang is gekomen, dient u het membraan te
controleren en te reinigen (zie hoofdstuk Onderhoud).
WAARSCHUWING! Het achterstuk van het pistool nooit in water of andere
vloeistof onderdompelen. Behuizing uitsluitend met een doordrenkte
doek reinigen.
13)
Spuitpistool en container aan de buitenkant met een in oplosmiddel resp. water
gedrenkte doek reinigen.
14) Zet alle delen weer in elkaar (zie “Montage”).
Montage
Pas op! Apparaat nooit met beschadigde of ontbrekende spuitkopafdichting
laten werken. Bij ontbrekende of beschadigde spuitkopafdichting kan
vloeistof in het apparaat binnendringen en daardoor het risico op een
elektrische schok toenemen.
1)
Spuitkopafdichting (afb. 11, 4) over de naald (18) schuiven, de groef (gleuf) moet
daarbij naar u wijzen.
2) Breng de spuitkop (afb. 11, 3) aan op het pistoollichaam en zoek de juiste positie door
deze te draaien.
3) Breng de luchtkap aan op de spuitkop en draai deze met de wartel vast.
4) Steek de reservoirafdichting van onder af op de stijgbuis en schuif deze door tot over
de kraag. Draai de reservoirafdichting daarbij licht heen en weer.
5) Steek de stijgbuis met reservoirafdichting in het pistoollichaam.
i
Om het pistool gemakkelijker te kunnen monteren, kunt u na het reinigen
een ruime hoeveelheid smeervet (bijgeleverd) aanbrengen op de O-ring van
het voorstuk (afb. 13, pos. 6).
14. Onderhoud
Luchtlter
Waarschuwing! Apparaat nooit zonder luchtlter in werking zetting,
eventueel aangezogen vuil kan het functioneren beïnvloeden. Voor het
wisselen stekker eruit trekken.
Druk de beide vergrendelingen (afb. 12, 1) in en verwijder de lterafdekking.
Verwijder de luchtlter (2) en vervang deze afhankelijk van de vervuiling.
Klik de lterafdekking weer vast.