Technical data
106
Plast Coat 15
NL
7.12 SPUITLANS MET AUTOMAAT
• Materiaalkraan (3, afb. 16) openen.
• Bedekkingsmateriaal wordt in de mortelslang gepompt..
7.13 SPUITLANS ZONDER AUTOMAAT
• Materiaalkraan (3, afb. 17) openen.
• Apparaat met de afstandsbedieningsschakelaar (1, afb. 17)
inschakelen.
• Bedekkingsmateriaal wordt in de mortelslang gepompt.
• Kunstharsdispersie of cellulosestijfsel uit de mortelslang in
een emmer pompen.
• Zodra er alleen nog bedekkingsmateriaal uit de spuitlans
maar buiten komt - apparaat via de afstandsbediening uit-
schakelen en materiaalkraan aan de spuitlans sluiten.
• Spuitlans boven het reservoir houden.
• Materiaalkraan (3, afb. 16 en 17) openen en apparaat via de
afstandsbediening inschakelen.
• Gewenste transporthoeveelheid op de transporthoeveel-
heidsregelaar (3, afb. 3) instellen.
• Apparaat via de afstandsbediening uitschakelen en materi-
aalkraan (3, afb. 16 en 17) sluiten.
• Mortelslang met slanghouder aan het frame bevestigen
(elke verbindingsslang apart).
7.14 BEGIN VAN DE SPUITPROCEDURE
• Luchtkraan (2, afb. 16 en 17) en materiaalkraan (3, afb. 16 en
17) aan de spuitlans openen.
Spuitlans zonder automaat
Apparaat via de afstandsbedieningsschakelaar (1, afb. 17)
inschakelen.
7.15 EINDE VAN DE SPUITPROCEDURE
Spuitlans met automaat
• Schakelhuls (1, afb. 16) 90° met de wijzers van de klok tot de
aanslag draaien.
• 3–5 seconden wachten.
• Materiaalkraan (3, afb. 16) sluiten.
Spuitlans zonder automaat
• Afstandsbedieningsschakelaar (1, afb. 17) aan de mortels-
lang indrukken.
• 3–5 seconden wachten.
• Materiaalkraan (3, afb. 17) sluiten.
Spuitlans met automaat (afb. 16)
3 2
1
Spuitlans zonder automaat (afb. 17)
2
1 3
8 ALGEMENE AANWIJZINGEN M.B.T.
DE TOEPASSINGSTECHNIEK
8.1 SPUITTECHNIEK
Tijdens het spuiten de spuitlans op een gelijkmatige afstand
van 30 – 60 cm langs het object leiden. Als men deze regel niet
naleeft, ontstaat er een onregelmatig spuitbeeld.
Het spuitbeeld is afhankelijk van het bedekkingsmateriaal, vis-
cositeit, spuitdopafmeting, transporthoeveelheid en hoeveel-
heid vernevelingslucht..
Voorbeelden:
fijne structuur ––> grote hoeveelheid vernevelingslucht
grove structuur ––>kleine hoeveelheid vernevelingslucht
grotere transporthoeveelheid ––>grotere hoeveelheid ver-
nevelingslucht
Mortelslang niet knikken!
Beschermen tegen beschadigingen, bv.
door overrijden, alsmede tegen scherpe
voorwerpen en randen.
• Luchtkraan (2, afb. 16) sluiten.
Het niet in acht nemen van deze aanwi-
jzingen leidt tot snellere slijtage van de
materiaalkraan.
• Luchtkraan (2, afb. 17) sluiten.
Het niet in acht nemen van deze aanwijzin-
gen leidt tot snellere slijtage van de mate-
riaalkraan.
16
17
ALGEMENE AANWIJZINGEN M.B.T. DE TOEPASSINGSTECHNIEK










