Operating instructions
61
Paint Crew
NL
Spuitpistoolcomponenten reinigen
De procedure 1) Apparaat drukloos maken (pagina 56)
uitvoeren.
Het spuitpistool met behulp 2)
van de steeksleutel van de
verfslang verwijderen.
Het lter uit het spuitpistool 3)
halen (zie Verstopping
in het spuitpistoollter
verwijderen, pagina 59).
Spuitkop uit de 4)
spuitkophouder vewijderen.
Behuizing
Filter
Spuitkop en lter met een zachte borstel en de geschikte
5)
reinigingsoplossing schoonmaken. Niet vergeten de
onderlegring en het klemstuk in het achterste deel van
de spuitkopeenheid te verwijderen en te reinigen.
Onder-
legring
Houder
Enkele druppels olie in de behuizing van het pistool
6)
druppelen (zie de met de pijl aangegeven plaats
hieronder).
Het spuitpistool weer 7)
assembleren:
pistoollter met de verjongde
•
zijde het eerst inschuiven en
spuitkop, klemstuk en
•
onderlegring monteren,
spuitkophouder plaatsen.
Behuizing
Filter
De verfslang weer op het spuitpistool draaien. Met
8)
steeksleutel vastdraaien.
BELANGRIJK!
Het is aan te raden om, na het reinigen van de pomp,
ter voorbereiding op het opslaan, de pomp opnieuw te
spoelen met warm sop. De aanwijzingen onder Pomp
spoelen herhalen.
Inlaatventiel reinigen
Wanneer het apparaat problemen heeft met het
aanzuigen, moet zonodig het inlaatventiel worden
gereinigd of vervangen. Dit probleem kan zijn
veroorzaakt door ondeskundige reiniging en/of
opslag.
Het inlaatlter uit de bodem 1)
van de tank verwijderen.
Om het lter los te maken,
zonodig een schroevendraaier
gebruiken.
Het inlaatventiel-
2)
gereedschap in het
ventielaansluitstuk steken.
Tegen de wijzers van de klok
draaien en uit de behuizing
verwijderen.
Voor het verwijderen moet het inlaatventiel-gereedschap
op een 3/8"-ratel worden gestoken.
De drie O-ringen van 3)
het ventielaansluitstuk
controleren. Reinigen
of vervangen en met
naaimachineolie smeren.
IN GEEN GEVAL de O-ringen
op het ventielaansluitstuk
verwijderen om te reinigen.
Deze UITSLUITEND
verwijderen, wanneer deze
moeten worden vervangen.
Het inlaatventiel en de O-ring
4)
van het inlaatventiel uit de
ventielaansluitstukbehuizing
verwijderen. Reinigen of
vervangen en de O-ring met
dunvloeibare machineolie
(b.v. naaimachineolie)
smeren.
Inlaatlter
O-ring
Inlaatlter
O-ring
Inlaatlter
O-ring
Inlaatlter
Inlaat-
ventiel
Inlaat-
ventiel
O-ring
De O-ring van het inlaatventiel terugplaatsen in de
5)
behuizing en het inlaatventiel erop plaatsen.
Het ventielaansluitstuk in de behuizing plaatsen. Met
6)
inlaatventiel-gereedschap en ratel vastdraaien.
Uitlaatventiel vervangen
Het vervangen van het uitlaatventiel kan nodig zijn,
wanneer het spuitresultaat ook na het uitvoeren van
alle in dit handboek onder "Storingen bij spuiten
verhelpen" vermelde stappen niet naar tevredenheid
is.
Het uitlaatventiel met behulp
1)
van een steeksleutel uit
de uitlaatventielbehuizing
losdraaien.
Het inwendige van de 2)
uitlaatventielbehuizing
controleren. Verfresten
verwijderen.
Vervangen door een nieuw uitlaatventiel. Met een 3)
steeksleutel in de uitlaatventielbehuizing vastdraaien.
REINIGING/ IN-/UILAATVENTIELEN