Operation Manual

26
IndexInhoud
26
IndexInhoud
LAGEN BEWERKEN EN WERKEN MET LAGEN
De schetsen die u maakt met de digitale Inkling-pen en -ontvanger, bestaan uit pennenstreken en kunnen
lagen bevatten. Zie lagen toevoegen
. Gebruik de EDITOR van Inkling Sketch Manager voor het afwerken van
een schets:
Verwijder pennenstreken of lagen. Maak nieuwe lagen door bestaande lagen te splitsen of samen te voegen.
Sla de aangepaste schets op. Sla de schets op in een andere bestandsindeling of exporteer de schets
naar een andere toepassing voor verdere bewerking.
Ga voor meer informatie naar de Inkling-website voor uw regio.
Opmerking: al naar gelang de toepassing maken sommige toepassingen gebruik van de gegevens en
functies in de Inkling-schetsbestanden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
desbetreffende toepassing voor meer informatie over het werken met lagen.
BEDIENINGSELEMENTEN VOOR
LAGENMANAGER
De geselecteerde laag/lagen
splitsen.
De geselecteerde lagen
samenvoegen.
Alleen opeenvolgende lagen
kunnen worden
samengevoegd.
De geselecteerde laag
verwijderen.
Vergrote weergave van de
geselecteerde bestandslaag/-lagen.
Werk met de geselecteerde
bestandslaag of bestandslagen met
L
AGENMANAGER
, werkbalkopties,
bedieningsknoppen
of opties bij
rechtsklikken.
Gebruik de schuifbalk om de
verborgen gedeelten van de
schets te bekijken.
Gebruik de pijltoetsen naar
links en naar rechts om andere
bestanden in de map te bekijken
zonder dat u hoeft terug te keren
naar de weergave met de
miniaturen.
Klik op de knop Terug om terug te
keren naar de weergave met de
miniaturen.
LAGENMANAGER
Schuif de weergave op om de lagen in uw schets te
bekijken.
Klik op een laag om een vergrote weergave te zien.
Gebruik S
HIFT+klik, CTRL+klik (Windows) of
C
OMMAND+klik (Macintosh) om meerdere lagen te
bekijken.
U kunt een laag voor bewerking activeren door erop te
klikken. Er kunnen meerdere lagen worden
geselecteerd. U kunt bijvoorbeeld twee of meer lagen
selecteren voordat u de samenvoegfunctie gebruikt.
Klik op het pictogram in de vorm van een oog naast de
laag om de zichtbaarheid van de laag om te schakelen.
Gebruik de bedieningsknoppen voor het werken met de
geselecteerde laag of lagen. Zie ook
lagen exporteren.
Klik op de knop Ongedaan maken om terug te keren
naar de vorige situatie. U kunt ook B
EWERKEN en
O
NGEDAAN MAKEN selecteren.