Operation Manual
AANPASSEN
INDEX
INHOUD
INDEX
INHOUD
33
33
• TOETSAANSLAGEN.... Hiermee kunt u toetsaanslagen simuleren. Als u deze optie selecteert, wordt het
dialoogvenster T
OETSAANSLAG DEFINIËREN geopend. In dit venster kunt u de toetsaanslag of -aanslagen
opgeven die u wilt simuleren.
• O
PENEN/UITVOEREN.... Opent een dialoogvenster waarin u een toepassing, een bestand of een script
kunt selecteren om te openen.
U kunt een toetsaanslag of een
toetsaanslagcombinatie handmatig invoeren in
het invoerveld voor TOETSAANSLAGEN.
Toetsaanslagcombinaties kunnen bestaan uit
letters, cijfers, functietoetsen (zoals F3) en
modificatietoetsen (zoals S
HIFT, ALT of CTRL voor
Windows en SHIFT, OPTION, COMMAND en CTRL
voor Macintosh).
U kunt ook speciale toetsaanslagen of
combinaties van toetsaanslagen selecteren via
het keuzemenu SPECIFIEKE INSTELLINGEN.
Wanneer u een keuze hebt gemaakt, wordt deze
toegevoegd aan het invoerveld voor
TOETSAANSLAGEN.
Nadat u een reeks toetsaanslagen hebt
opgegeven, klikt u op OK.
Belangrijk: omdat u de ENTER-toets
(Windows) en de RETURN-toets
(Macintosh) kunt definiëren als
toetsaanslag, kunt u deze toetsen niet
gebruiken om OK te selecteren. U moet
het Graphire-invoerapparaat gebruiken
om op OK te klikken.
Geef de toetsaanslagdefinitie een naam wanneer
u daarom wordt gevraagd. De naam wordt
weergegeven bij de desbetreffende knop of in de
pop-upmenulijst, afhankelijk van wat van
toepassing is.
Wist het invoerveld voor toetsaanslagen.
Verwijdert alleen de laatste
invoer in het invoerveld voor
toetsaanslagen.
Klik op BLADEREN...om een te starten
toepassing, bestand of script te zoeken. Uw
selectie verschijnt in het vak TE STARTEN
TOEPASSING.
Klik op OK om de selectie te bevestigen. Het
dialoogvenster sluit en de optie OPENEN/
UITVOEREN... wordt toegekend aan de
apparaatknop. Als u voor het pop-upmenu
hebt gekozen, wordt dit weergegeven in de
bijbehorende lijst.
De volgende keer dat u een apparaatknop
indrukt of een selectie maakt uit het pop-