Operation Manual

76
ACTIVITEITEN
1. FOTOCAMERA
In de Fotocamera mode, kan de gebruiker zowel op het lcd-scherm
kijken als door de kijkvensters om het foto-onderwerp te kunnen zien.
Om een foto te maken, houd je de camera stil en druk je op de
ontspanner aan de bovenkant van de camera of druk je op de OK-
toets aan de achterkant.
Druk op de Zoom In en Zoom Uit-toetsen om het beeld dichterbij
te brengen of om terug te gaan naar het originele beeld. Een balk
beneden op het beeldscherm geeft aan hoe ver je in en uit kunt
zoomen. Wanneer je een foto hebt gemaakt en terug wilt kijken, kun
je ook in en uit zoomen. Een kader rechtsonder op het beeldscherm
geeft aan hoe ver je in en uit kunt zoomen.
Er zijn 4 itser-standen: Automatische Flitser
, Sterke Flitser Aan
, Zwakke Flitser Aan en Flitser Uit . De Automatisch Zwakke
Flitser is de standaard itser. Druk op de Flitser-toets om te kiezen
tussen de 4 itserstanden.
Attentie: Schakel de itser uit wanneer je een foto dichtbij het gezicht
van een persoon maakt om irritatie aan de ogen te vermijden.
Let op:
Wanneer de batterijen te zwak zijn, is de itser mogelijk niet
beschikbaar en verschijnt het volgende icoontje op het scherm .
Gebruik Flitser:
Flitser stand Optimale gebruiksafstand
Zwakke itser
40 - 60 cm
Automatische zwakke itser 60 - 100 cm
Sterke itser
100 > cm
Kies een fotokader, stempel, grappig gezicht of een caleidoscoop
effect voordat je een foto maakt en deze ermee wilt bewerken. Om een
(kader, stempel, grappig gezicht of een caleidoscoop) effect te kiezen,
druk je naar links of rechts op de cursor-toets om door de opties
heen te bladeren. Maak daarna een foto en het kader, caleidoscoop-
effect of de stempel zal in de foto bewerkt zijn.
Om de foto’s terug te kijken die je gemaakt hebt, druk je omhoog of
omlaag op de cursor-toets . Druk daarna weer omhoog of omlaag
op de cursor-toets om naar de volgende of vorige foto te gaan in het
album.
ACTIVITEITEN
NL