Operation Manual
11
FUNCTIETOETSEN
Esc: Druk op de Escape-toets om een activiteit te verlaten.
Niveau: Druk op de Niveau-toets om het niveau van een activiteit te
kiezen (makkelijk, normaal of moeilijk).
Caps Lock: Druk op de Caps Lock-toets om hoofdletters te typen. Druk
nogmaals op de toets om normale letters te typen.
Shift: Druk op de Shift-toets om een hoofdletter te typen. Deze
toets activeert ook de tweede functie van sommige toetsen,
afgebeeld in het groen op het toetsenbord. Beide toetsen
moeten tegelijkertijd worden ingedrukt om de tweede functie
te gebruiken.
Status: Druk de Shift-toets en de Status-toets tegelijk in, om te kijken
naar je status in het huidige spel.
Help: Druk op de Help-toets voor een aanwijzing.
Herhaal:
Druk op de Herhaal-toets om een instructie nogmaals te
horen.
Antwoord: Druk op de Antwoord-toets om het goede antwoord te zien op
de vraag. De speler ontvangt geen punten wanneer deze toets
ingedrukt wordt.
Hint: Druk op de Hint-toets om aanwijzingen te krijgen tijdens de
gekozen activiteit. De score van de speler verminderd bij het
gebruik van deze toets.
Spatiebalk: Druk op de Spatiebalk om een spatie tussen woorden of cijfers
te typen.
Sym.: Druk op de Symbool-toets om naar het symbolen menu te
gaan. Gebruik de muis om een symbool te selecteren en in te
voegen.
Speler: Druk op de Speler-toets om tussen de één en twee-spelerstand
te kiezen.
Pijltjestoetsen: Druk op de Pijltjestoetsen om de cursor omhoog, omlaag, naar
links of rechts te bewegen. Druk op één van deze toetsen,
tegelijk met de Shift-toets om de functies Page Up, Page Down,
Home en End te gebruiken.
Druk op de Speler 1- of Speler 2-toets om van beurt te wisselen
tijdens de twee-spelerstand.
Enter: Druk op de Enter-toets om je keuze te bevestigen.
Delete: Druk op de Delete-toets om een teken of spatie te wissen,
rechts van de cursor.
FUNCTIES
Speler 1 of
Speler 2: