User manual

117
j) Optische interface
Aandebovenzijdevanhetmeetapparaatisdeoptischegeïsoleerdeinterfacegeïntegreerdwaarmeemeetgegevens
naar een pc kunnen worden overgedragen en verder kunnen worden verwerkt.
DedataverbindingkanmetdeindeleveringsomvanginbegrependatakabelmeteenvrijeUSB-interfaceaanuw
computer tot stand worden gebracht.
Steek daartoe de interfacekabel in de bus van de optische interface (10) boven de behuizing.
10. SOFTWARE INSTALLATIE
1. Plaats de CD in het CD-ROM loopwerk van de computer.
2. De installatieprocedure zal automatisch starten. Is dat niet het geval, ga dan naar de directory op de CD-ROM en
open het installatiebestand “autorun.exe”.
3. KiesdegewenstetaaluitDuits,EngelsenFrans.
4. Volg de instructies in het dialoogvenster, kies de bestemming voor de installatie en voer de installatieprocedure
uit.
5. RaadpleegvooraanvullendeinformatiedegebruiksaanwijzingdieopdemeegeleverdeCDstaat.
6. DebijgeslotensoftwareisdeVoltsoftstandaardeditie.Destandaardeditiebezitdestandaardfunctiesenmaakt
deevaluatieendeexportvandegegevensmogelijk.Daarvoorisgeenlicentievereist.Deprofessioneleversie
(Voltsoftdatalogger,artikelnr.101333)heeftnogmeerfunctiesenkanapartwordenverkregen.Bijhetaanschaf-
fenvandeprofessioneleversieontvangtueenlicentiecode.VolgdestappenindeVoltsoftgebruiksaanwijzing
voor registratie en opwaardering van uw software naar de professionele versie.
Informatie:VoltsoftsoftwareupdatesnaardelaatsteversievanhetVoltsoftprogrammazijnbeschikbaaralshetpro-
grammadraaitenhetInternetisaangesloten;ofkijkvoordemeestrecenteVoltsoftupdateop“http://www.conrad.com”.
11. VOORINSTELLINGEN (SETUP)
in het Setup-menu kunnen verschillende parameters worden vooringesteld.
Beweeg hiervoor met de navigatietoetsen naar het submenupunt “SETUP” en bevestig met de toets “ENTER”.
Selecteernumetbehulpvandenavigatietoetseneenvandevolgendeinstelmogelijkhedenenbevestigdezemetde
toets “ENTER”.
Om de functie te verlaten, drukt u op de toets “CANCEL”.
Deactiveren/activeren van de toetsentoon:
Selecteer in SETUP de functie “bEEP”.
Met behulp van de navigatietoetsen kunt u nu de toetsentoon in- of uitschakelen.
Bevestig de handeling met “ENTER”.
Om de functie te verlaten, drukt u op de toets “CANCEL”.