User manual

118
Alle batterijen / accu’s dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door
elkaar gebruiken van oude en nieuwe batterijen / accu’s in het apparaat kan leiden tot
batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
Batterijen / accu’s mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer
nooit gewone batterijen te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
Diversen
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het
aansluiten van het apparaat.
Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een
expert of in een daartoe bevoegde winkel.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische
helpdesk of met een andere elektromonteur.
6. BEDIENINGSELEMENTEN
Zie het uitklapbare blad
1. Uitleesvenster
2. Knop RANGE (bereik; handmatig omschakelen van het meetbereik)
3. Knop SAVE/SERIES LOG
4. Knop REL/PC (REL: referentiewaardmeting/PC: activeert de interface)
5. Knop / PASS BEEP
6. Knop MAX/MIN (omschakeling maximum/minimum weergave)
7. Knop COMP/CLEAR
8. Knop H/LIGHT (H: vasthouden meetwaarde/LIGHT: verlichting)
9. Draaiknop voor het kiezen van de meetfunctie
10. Instelbare steun
11. Knop lage impedantie 400 k voor het omschakelen van de impedantie
12. Knop /–
13. Knop LOAD/SETUP
14. Knop /NG BEEP
15. Knop /+
16. Knop SHIFT/SLEEP (functiekeuze)
17.
V °CHz meetbus (onderlinge “plus”)
18. COM-meetbus (referentiepotentiaal, “minus”)
19. mAµA-meetbus