User manual
90
2.  BEDOELD GEBRUIK
•  Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspannings  
categorie II tot max. 600 V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1 en alle lagere categorieën. 
•  Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 600 V 
•  Meten van gelijk- en wisselstroom tot max. 10 A
•  Frequentiemeting tot 60 MHz 
•  Meten van capaciteiten tot 6 mF
•  Meten van weerstanden tot 60 MΩ 
•  Doorgangstest (<70 Ω akoestisch) 
•  Diodetest
•  Temperatuurmeting van –40 tot +400 ºC 
•  Weergave van de signaalverhouding (Duty Cycle) in % 
•  1 kHz laagdoorlaatlter-wisselspanningsmeting 
•  Vergelijkingswaardemeting 
•  Meetwaardegeheugen en gegevenslogger voor 1000 waarden 
•  Gegevensoverdracht per optische interface 
De meetfuncties  worden  gekozen via  een  draaischakelaar. De meetbereikselectie  gebeurt  in alle 
meetfuncties (behalve diode- en doorgangstest) automatisch. Een manuele instelling is te allen tijde 
mogelijk. 
Bij VC611BT wordt in  zowel het gelijk-, wisselspannings- als stroommeetbereik de  echt-effectieve 
meetwaarde (True RMS) weergegeven. 
De polariteit wordt bij een negatieve meetwaarde automatisch met het (-) teken weergegeven.
De beide stroommetingen zijn met keramische groot vermogenzekeringen beveiligd tegen overbelasting.
De spanning in het stroommeetcircuit mag de 600 V in CAT II. 
De Multimeter werkt op zes 1,5 V type C-batterijen of op een spanning van 230 V/AC, 50 Hz. Om 
stroom te besparen schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit als het voor langer dan ongeveer 
10 minuten niet wordt gebruikt (deze functie wordt geactiveerd ongeacht of het apparaat op batterijen 
of op 230 V/AC werkt). Als het apparaat werkt op 230 V/AC, kan de DMM uitgezet worden met een 
aan-/uitschakelaar (15) die zich aan de achterkant van het apparaat bevindt. Werkt het apparaat op 
batterijen dan moet de schakelaar BAT/AC (14) op AC worden gezet om het apparaat voor het einde 
van de automatische uitschakeling uit te zetten. De aan-/uitschakelaar (15) moet daarvoor op uit staan.
Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige 
omstandigheden  zijn:  Vocht  of  hoge  luchtvochtigheid,  stof  en  brandbare  gassen,  dampen  of 
oplosmiddelen, onweer of onweerachtige omstandigheden zoals sterke elektrostatische velden, enz.
Gebruik  voor  het  meten  alleen  meetsnoeren  of  meettoebehoren,  die  op  de  specicaties  van  de 
multimeter zijn afgestemd.










