User manual
104
Capaciteitsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals 
andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
1.  Schakel de DMM in en kies het meetbereik “ ”.
2.  Steek het rode meetsnoer in de VΩ Hz   -meetbus (10); het zwarte meetsnoer in de COM-
meetbus (11).
3.  In het display verschijnt de eenheid “nF”.
Op basis van de gevoelige meetingang kan het bij “open” meetsnoeren komen tot een waarde-
indicatie op het display. Door indrukken van de knop “REL/PC” wordt het display gereset op 
“0”. Op het bovenste, kleine display wordt de basiswaarde (Rel-verschil) weergegeven. De 
autorangefunctie wordt gedeactiveerd.
4.  Now  connect  the  two  test  probes  (red  =  plus/black  =  minus)  with  the  object  to  be  measured 
(capacitator). After a short while the display shows the capacity. Wait until the displayed value has 
stabilised. This may take a few seconds for capacities of >40 µF.
Bij het  meten van de capaciteit  in het mF-bereik, geeft het uitleesvenster soms gedurende 
enkele seconden ‘dsc’ aan en  dan ‘OL’ voor enkele seconden voordat de  gemeten waarde 
wordt weergegeven.
5.  Zodra  “OL”  (voor  Overload  =  overbelasting) op het  display  verschijnt,  hebt  u  het  meetbereik 
overschreden.
6.  Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Temperatuurmeting
Tijdens de temperatuurmeting mag alleen de temperatuurvoeler van de te meten 
temperatuur toegepast worden. De bedieningstemperatuur van het meetapparaat 
mag niet naar boven of onder overschreden worden, omdat het anders tot 
meetfouten kan leiden.
De contact-temperatuurvoeler mag niet op het spanningsvrije oppervlak gebruikt 
worden.
Voor de temperatuurmeting kunnen alle K-type thermovoelers gebruikt worden. De temperatuur 
wordt aangeduid in °C of in °F. Met de optionele voelers kan het totale meetbereik (-40 bis +1000 °C) 
toegepast worden.
Voor een temperatuurmeting gaat u als volgt te werk:
1.  Schakel de DMM in en kies voor meetbereik “ºC / ºF ”. 
2.  Steek het thermokoppel type K met de juiste polariteit, dus met de pluspool in de  
mAµAºCºF -meetbus (12) en met de minpool in de COM-meetbus (11). Gebruik indien noodzakelijk 
een geschikte insteekadapter voor het thermokoppel type K.










