Instructions
78
CAT I   Meetcatagorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die niet rechtstreeks via de 
netspanning worden voorzien (vb. batterijaangedreven apparaten, lage veiligheidsspanning, signaal- en 
stuurspanningen, etc.)
CAT II   Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker recht-
streeks worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I 
voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III   Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze 
categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Het 
meetbedrijf in CAT III is uitsluitend toegelaten met meetstiften met een maximale vrije contactlengte van 
4 mm of met afdekkappen over de meetstiften.
CAT IV   Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie (vb. hoofdverdeler, huis-
overdrachtspunten van de energieleverancier, etc.) en in de open lucht (vb. werken aan aardingskabels, 
bovengrondse leidingen, etc.). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën. Het meetbedrijf in 
CAT IV is uitsluitend toegelaten met meetstiften met een maximale vrije contactlengte van 4 mm of met 
afdekkappen over de meetstiften.
 Aardpotentiaal
Om veiligheids- en keuringsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het toestel niet toege-
staan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het toestel.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische 
installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht 
worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Zorg bij elke meting ervoor dat het meetapparaat zich niet in een ander meetbereik bevindt. Let ook op dat de 
HOLD-knop bij het begin van de meting niet wordt ingedrukt (schermweergave bij ingedrukte HOLD-knop “HOLD”). 
Als de HOLD-functie voor het begin van de meting is geactiveerd, wordt er geen meetwaarde weergegeven! 
Bij gebruik van meetleidingen zonder afdekkappen mogen metingen tussen meetapparaat en 
aardpotentiaal niet boven de meetcategorie CAT II worden uitgevoerd.
Bij metingen in de meetcategorie CAT III moeten de afdekkappen op de meestiften worden 
gestoken om ongewilde kortsluitingen tijdens het meten te vermijden.
Steek de afdekkappen op de meetstiften tot ze inklikken. Om te verwijderen trekt u de kappen 
met een beetje kracht van de punten.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd.
De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 600 V (DC/AC) 
in CAT III.










