Instructions
112
13. Bedrijfsmodi en indicatoren op de datalogger
a) Bedrijfsmodi en instellingen
Omdeconguratiewateenvoudigertemaken,zijnhier13algemenebedieningsmodiweergegeven.Omdevolgende
conguratie-instellingenuittevoeren,ziehoofdstuk“12b)Meting–basisinstellingen”.
Modus 1
Functie De opname start onmiddellijk.
De opname stopt wanneer het geheugen vol is.
Instelling • Selecteerals“voorwaardevooropnamestart”:“Onmiddellijk,totdathetgeheugenvolis”
Modus 2
Functie De opname start onmiddellijk.
Deopnamestoptwanneerdetoets“ENTER” (8) enkele seconden ingedrukt wordt.
Instelling • Selecteerals“voorwaardevooropnamestart”:“Onmiddellijk,totdathetgeheugenvolis”
• Selecteerals“voorwaardevooreindeopname”:“Stop-toets”
Modus 3
Functie De opname start onmiddellijk.
De opname stopt na het maken van het PDF-rapport.
Instelling • Selecteerals“voorwaardevooropnamestart”:“Onmiddellijk,totdathetgeheugenvolis”
• Selecteerals“voorwaardevooreindeopname”:“NahetmakenvandePDF”
Modus 4
Functie Dieopnamestartwanneerdetoets“ENTER” (8) voor enkele seconden ingedrukt wordt.
De opname stopt wanneer het geheugen vol is.
Instelling • Selecteerals“voorwaardevooropnamestart”:“Startdooreendrukopeentoets”
Modus 5
Functie Deopnamestartenstoptwanneerdetoets“ENTER” (8) voor enkele seconden ingedrukt
wordt.
Instelling • Selecteerals“voorwaardevooropnamestart”:“Startdooreendrukopeentoets”
• Selecteerals“voorwaardevooreindeopname”:“Stop-toets”










