Instructions
108
b) Meting - basisinstellingen
Logger-ID (000 ~ 9999) De logger-ID is een viercijferige ID. Voer een getal in tussen 0000 en 9999 in,
bijvoorbeeld 0014.
Gebruik verschillende logger-ID's om bijvoorbeeld dataloggers met verschillende
conguratiebestandenvoorverschillendedoeleindenteidenticeren.
Voorwaarden voor
opnamestart
Selecteer een van de volgende opties om aan te geven wanneer de datalogger met
de opname start. Elke optie heeft een standaard stopinstelling.
“Onmiddellijk, totdat het geheugen vol is”
De datalogger start onmiddellijk de opname totdat het geheugen vol is.
“Start door een druk op een toets”
Dedataloggerstartdeopnamewanneerudetoets“ENTER” (8) gedurende enkele
seconden ingedrukt houdt. De datalogger stopt de opname wanneer het geheugen
vol is.
“Start bij starttijd”
Dedataloggerstartdeopnameopeenspeciekedatumentijdtotdathetgeheugen
vol is.
“Start-/eindtijd”
Dedataloggerstartenstoptdeopnameopeenspeciekedatumentijd.
“Continu loggen”
De datalogger start de opname onmiddellijk en neemt in een lus op. De meest
recente gegevens overschrijven de oudste gegevens
Deopname/Hetloggenwordtgestoptzodradebatterijleegisofdeconguratieis
vervangendooreenandere“voorwaarde”
Voorwaarden voor het
einde van de opname
Selecteer een van de volgende opties om aan te geven wanneer de datalogger
stopt met de opname.
“Geen”
Er werd geen voorwaarde om te stoppen vastgelegd. De datalogger stopt de opna-
me op basis van de instelling "voorwaarden voor opnamestart".
“Stop-toets”
Dedataloggerstoptdeopname,wanneerudetoets“ENTER” (8) gedurende enkele
seconden ingedrukt houdt.
“Na het maken van de PDF”
De datalogger stopt de opname wanneer het PDF-rapport wordt gegenereerd.
Starttijd Denieerdedatumentijdwaaropdeopnamemoetbeginnen.
Eindtijd Denieerdedatumentijdwaaropdeopnamemoetstoppen.
Start-vertraging in
minuten
Denieerdevertragingomonmiddellijkmetdeopnametebeginnen.










