User manual
118
7. Productbeschrijving
De gemeten waarden worden weergegeven op de multimeter (hierna DMM genoemd) op een digitaal display. Het 
meetdisplay van de DDM bestaat uit 6000 counts (count = laagste displaywaarde). De juiste manier van aansluiten 
voor de geselecteerde meetfunctie wordt op het display weergegeven. Bij een verkeerde aansluiting van de meetka-
bels verschijnt er een waarschuwing op het display en klinkt er een geluidssignaal. Dit verhoogt de bedrijfszekerheid 
van het meetapparaat voor de gebruiker. 
Als de DMM gedurende ongeveer 15 minuten niet wordt bediend, schakelt het apparaat automatisch uit. De batterijen 
worden hierdoor ontzien en het zorgt eventueel voor een langere gebruiksduur. De automatische uitschakeling kan 
handmatig worden gedeactiveerd.
Het meetapparaat is geschikt voor hobby- en professioneel gebruik tot meetcategorie CAT III 600 V.
De DMM kan met de standaard aan de achterzijde zo worden neergezet dat deze beter kan worden afgelezen.
In het mA/µA-stroommeetbereik is het niet meer nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De inge-
bouwde PTC-zekeringen beperken in geval van overbelasting de stroom en beschermen zo het meetapparaat en het 
stroomcircuit. De PTC-zekeringen worden nadat deze werden geactiveerd na een korte afkoelperiode automatisch 
gereset. Het stroommeetcircuit hoeft hiervoor maar kort te worden onderbroken.
Via een externe stroomtang kunnen gelijk- en wisselstromen tot max. 60 A zonder onderbreking van het stroomcircuit 
contactloos worden gemeten. De meetingang is voorzien van een onderhoudsvrije PTC-zekering tegen overbelasting.
Het batterij- en zekeringenvak kan alleen worden geopend als alle meetkabels van het meetapparaat zijn verwijderd. 
Als het batterij- en zekeringenvak is geopend, is het niet mogelijk de meetkabels in de meetbussen te steken. Dit 
verhoogt de veiligheid voor de gebruiker.
Draaiknop (D) 
De verschillende meetfuncties worden via een draaiknop ge-
selecteerd. Bij VC281TRMS is de automatische bereikselectie 
“Auto” actief. Hierbij wordt altijd het gepaste meetbereik voor 
elke toepassing automatisch ingesteld. De stroom-meetberei-
ken moeten handmatig worden ingesteld. Begin de metingen 
altijd op het hoogste meetbereik en schakel indien nodig naar 
een kleiner meetbereik.
Bij de draaischakelaar bevindt zich een functieknop (I). Met de 
knop “SELECT” schakelt u naar subfunctie om, wanneer een 
meetfunctie dubbel bezet is (bijv. omschakeling weerstandsme-
ting – diodetest en continuïteitsmeting of AC/DC-omschakeling 
in het spanningsbereik). Met elke keer drukken schakelt u de 
functie om.
Het meetapparaat is uitgeschakeld wanneer de schakelaar op 
“OFF” staat. Zet het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet 
gebruikt.










