User manual
134
k) Capaciteitsmeting
  Controleer dat alle te meten schakelonderdelen, schakelingen en bouwelementen evenals andere 
meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
  Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste polariteit.
-  Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie   
-   Druk 3x op de knop “SELECT” om de meetfunctie om te scha-
kelen. Op de display verschijnt de eenheid “nF” voor capaci-
teitsmeting. Door nogmaals op de knop te drukken schakelt u 
door naar de volgende meetfunctie, etc.
-   Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (G) en de zwarte 
meetkabel in de COM-meetbus (H).
  Op basis van de gevoelige meetingang kan bij “open” 
meetkabels een weergave op het display verschijnen. 
Druk voor het meten van kleine capaciteiten (<600 nF) 
op de knop “REL”. Hierbij wordt het display gereset op 
“0”. De autorange-functie wordt hierbij gedeactiveerd.
-   Verbind nu de beide meetkabels (rood = plus/zwart = min) met 
het meetobject (condensator). Het display geeft na een korte 
periode de capaciteit weer. Wacht totdat de waarde op het 
display zich heeft gestabiliseerd. Bij capaciteiten >40 µF kan 
dit enkele seconden duren.
-  Het display geeft “OL” (voor overload) weer wanneer het meetbereik wordt overschreden.
-  Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM uit.










