User manual
122
8. Aanduidingen en symbolen op het display 
De volgende symbolen en aanduidingen zijn zichtbaar op het apparaat of op het display. Er kunnen andere symbolen 
op het display aanwezig zijn (displaytest). Deze hebben echter geen functie.
1  Echt-effectieve waarde meting
2  Delta-symbool voor meting van relatieve waarden   
 (referentiewaarden)
3  Symbool voor mega (macht 6)
4  Symbool voor kilo (macht 3)
5  Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
6  Hertz (eenheid van frequentie)
7  Symbool voor nano (macht -9)
8  Symbool voor milli (macht -3)
9  Volt (eenheid van elektrische spanning)
10  Symbool voor micro (macht -6)
11  Ampère (eenheid voor elektrische stroom)
12  Farad (eenheid van elektrische capaciteit)
13  Graden Celsius (Europese temperatuureenheid)
14 
Graden Fahrenheit (Amerikaanse temperatuureenheid)
15   Weergave van de pulsduur van de pos. halve golf in 
procent (puls-pauzeverhouding) 
16  Automatische uitschakeling is geactiveerd
17 Meetwaardeweergave
18  Symbool voor de diodetest
19  Symbool voor akoestische continuïteitstest
20  Symbool voor lage impedantie
21 
Aanduiding voor de juiste aansluiting van de meetbussen
22  Automatische meetbereikkeuze is actief
23  Weergave batterij vervangen
24  HOLD-functie is actief
25  Symbool voor gelijkstroom ( )
26  Polariteitsweergave voor stroomrichting (minpool)
27  Symbool voor wisselstroom ( )
28  Waarschuwingssymbool voor gevaarlijke spanning










