User manual
117
Voer de volgende procedure uit om gelijkstroom (A ) te meten:
-  Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie “10A, mA of µA”.
-   In de tabel worden de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken weergegeven. Selecteer het 
meetbereik en de bijbehorende meetbussen.
Meetfunctie Meetbereik Meetbussen
µA <4000 µA COM + mAµA
mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA
10A 400 mA - 10 A COM + 10 A
-   Steek de rode meetkabel in de mA/µA- of 10A-meetbus. Steek de zwarte meetkabel in de COM-meetbus.
-   Verbind nu de twee meetpennen stroomvrij in serie met het te meten object (batterij, schakeling enz.). De betref-
fende schakeling moet hiervoor worden onderbroken.
-   Nadat de verbinding tot stand is gebracht, zet u het circuit in werking. De meetwaarde wordt op het display weer-
gegeven. 
-   Zet na de meting de stroom in de schakeling weer uit en verwijder vervolgens de meetkabels van het gemeten 
object. Zet de DMM uit.










