User manual

115
f) Meten van gelijkspanning “mV
Voor het meten van wisselspanningen “mV/AC” gaat u als
volgt te werk:
- Schakel de DMM aan en kies het meetbereik “mV ”. Op
het display verschijnt “DC” en de eenheid “mV”.
- Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (G) en de zwarte
meetkabel in de COM-meetbus (H).
- Verbind nu de twee meetpennen parallel met het te meten ob-
ject (generator, schakeling enz.).
- De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het te meten ob-
ject en zet de DMM uit.
Het spanningsbereik “V/AC” heeft een ingangsweer-
standvan≥10MΩ.Daardoorwordtdeschakelingbij-
na niet belast.
g) LoZ-spanningsmeting
MetdeLoZ-meetfunctiekuntugelijk-enwisselspanningmetenmeteenlagereimpedantie(ca.400kΩ).Delagere
interne weerstand van het meetapparaat reduceert het verkeerd meten van lek- en fantoomspanningen. Het meetcir-
cuit wordt echter sterker belast dan bij de standaard meetfunctie.
OmdeLoZ-meetfunctietegebruiken,druktutijdensdespanningsmetingopdeknop“Lowimp.400kΩ”(J).De
meetimpedantie wordt verlaagd zolang de knop ingedrukt wordt gehouden.
Op het display verschijnt het symbool “LoZ” (B17).
De LoZ-meetfunctie mag alleen bij spanningen van maximaal 250 V worden gebruikt. De LoZ-meting mag
maximaal 3 seconden duren. Deze functie is niet beschikbaar in het mV-meetbereik.
Na het gebruik van de LoZ-functie is een herstellingstijd van 1 minuut nodig.