User manual
111
REL  Knop voor meting van relatieve waarden (referentiewaarden)
SELECT  Knop voor omschakeling van de subfuncties
HOLD  Knop voor het vasthouden van de huidige meetwaarde.
OL  Overload = overbelasting; het meetbereik is overschreden
LEAd  Waarschuwing voor verkeerde aansluiting van de meetbussen
OFF  Stand waarin het apparaat uit staat
  Symbool voor de diodetest
  Symbool voor de akoestische continuïteitsmeting
  Symbool voor het capaciteitsmeetbereik
  Symbool voor wisselstroom
  Symbool voor gelijkstroom
COM  Meetaansluiting referentiepotentiaal
mV  Meetfunctie spanningsmeting, millivolt (macht -3)
V  Meetfunctie spanningsmeting, Volt (eenheid van elektrische spanning)
A  Meetfunctie stroommeting, Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA  Meetfunctie stroommeting, milliampère (macht -3)
µA  Meetfunctie stroommeting, microampère (macht -6)
Hz  Meetfunctie frequentie, Hertz (eenheid van frequentie)
Ω Meetfunctieweerstand,Ohm(eenheidvanelektrischeweerstand)
True RMS  Meting van de echte effectieve waarde










