Instructions

92
Laat de knop “SHOW VALUE” (18) los. De overspanningsbeveiliging is geactiveerd.
Uitgang OUTPUT A resetten
Zodra via de instelregelaar “VOLT” (4) het ingestelde beschermingsniveau wordt overschreden, schakelt de uitgang
“OUTPUT A” onmiddellijk uit. De spanningsindicatie (3) gaat terug naar ca. 0 V terug en de statusindicatie “OVER
VOLTAGE” (9) brandt rood.
Verwijder de verbruiker van de laboratoriumnetvoeding.
Draai de instelknop “VOLT” enkele slagen tegen de klok in.
Schakel de laboratoriumnetvoeding via de aan/uit-schakelaar (1) uit en weer aan. Hierdoor wordt de veiligheids-
uitschakeling gereset.
Controleer opnieuw de juiste uitgangsspanning en wijzig zonodig de overspanningsbeveiliging.
5.4.6. Uitgangsspanning en stroom van uitgang B USB-B1 instellen
De uitgang B USB-B1 is onafhankelijk van uitgang A te gebruiken. Voor ontwikkelingsdoeleinden kan de
USB-typische spanning van 5 V/DC variabel worden aangepast vanaf optioneel 4,0 - 5,1 V/DC of 4,0 -
6,2 V/DC. De stroombegrenzing kan eveneens vooraf worden ingesteld.
Om het instelbereik in te stellen, kan het instelbereik worden ingesteld met behulp van de “MODE”-drukknop (10).
Schakelaar symbool Spanningsbereik
Niet ingedrukte schakeltoestand
4,0 - 5,1 V/DC
Ingedrukte schakeltoestand.
“ENG.” indicator (11) knippert.
4,0 - 6,2 V/DC
Verwijder aangesloten verbruikers van uitgang USB-B1 (16).
Schakel de netvoeding in via de aan/uit-schakelaar (1). De bedrijfsindicator (24) gaat branden en op het display
worden spanning en stroom weergegeven.
Druk op de knop “SHOW VALUE” (12) en houd deze knop ingedrukt tijdens de instelling van de spanning. Op het
display van uitgang A wordt de spanning en stroom van uitgang B USB-B1 weergegeven.
Het USB-symbool (23) gaat branden en geeft de indicatie van de USB-uitgang aan.
Met behulp van de draairegelaar “V ADJ.” (13) kan de uitgangsspanning voor uitgang B USB-B1 worden ingesteld.
Met behulp van de draairegelaar “A ADJ.” (14) kan de stroombegrenzing voor uitgang B USB-B1 worden ingesteld.
Na succesvolle instelling kaat u de knop “SHOW VALUE” (12) weer los.
Sluit de verbruiker aan uitgang B USB-B1 (16) aan en schakeldeze in.Let op de polariteit.
De USB-bus is standaard bedraad. De tekening toont het contact.
De betreffende spannings- en stroomwaarden kunnen altijd door het drukken van de knop “SHOW
VALUE” (12) worden gecontroleerd.
5.4.7. Uitgang B USB-B
De uitgang B USB-B2 is processorgestuurd en niet regelbaar. Deze uitgang herkent de parameters van het aangeslo-
ten eindapparaat en stelt automatisch de optimale instelling voor spanning en stroom in.
Een weergave van de bestaande parameters is niet mogelijk.