Instructions
111
h) Diode test 
  Zorg ervoor dat alle objecten die gemeten moeten worden (in-
clusief de delen van het circuit, de circuits en de onderdelen 
van het circuit) zijn uitgeschakeld en ontladen. 
 - Schakel de multimeter aan en kies de   modus.
 - Druk twee keer op “SELECT” om naar de meetmodus te gaan. Het dio-
desymbool en “V” verschijnen op het display. Druk nogmaals op de knop 
om naar de volgende meetmodus te gaan.
 - Steek de rode testkabel in de   voet (11) en de zwarte testkabel in 
de COM-voet (10).
 - Controleer de testkabels door de twee testsonden tegen elkaar te houden. 
Een waarde van ongeveer 0.000 V zou moeten verschijnen.
 - Sluit de twee testsonden aan op het voorwerp dat u wilt meten (dioden).
 - De continuïteitsspanning (“UF”) wordt in Volt (V) weergegeven. “OL” geeft 
aan dat de diode in sperrichting zit of defect is. Probeer de meting opnieuw 
in tegengestelde polariteit te meten.
 - Na het meten verwijdert u de testkabels van het te meten voorwerp en 
schakelt u de multimeter uit.
i)  Continuïteitstest 
  Zorg ervoor dat alle objecten die gemeten moeten worden (in-
clusief de delen van het circuit, de circuits en de onderdelen 
van het circuit) zijn uitgeschakeld en ontladen. 
 - Schakel de multimeter aan en kies de   modus.
 - Druk op de “SELECT” knop om naar de meetmodi te gaan. Het continuï-
teitstestsymboolenhetΩsymboolverschijnenophetdisplay.Druknog-
maals op de knop om naar de volgende meetmodus te gaan.
 - Steek de rode testkabel in de   voet (11) en de zwarte testkabel in 
de COM-voet (10). 
 - Alsdegemetenweerstandgelijkaanoflagerisdan10Ω,laatdemultime-
ter een piepgeluid horen om de continuïteit aan te geven. De continuïteits-
test meet weerstanden tot 600 Ohm.
 - “OL” (overload) geeft aan dat het meetbereik werd overschreden of dat het 
circuit niet was aangesloten.
 - Na het meten verwijdert u de testkabels van het te meten voorwerp en 
schakelt u de multimeter uit.










