User manual
132
c)  Spanningsmeting „V”
Voer de volgende procedure uit om wisselspanning “AC” (V  ) te meten:
-  Schakel de DMM in en selecteer het meetbereik “V 
”. 
-   Breng de rode meetkabel in de V-meetaansluiting (10) 
en de zwarte meetkabel in de COM-meetaansluiting (9).
-   Verbind de meetsondes met het meetobject (generator, 
voedingsspanning, etc.).
 Het spanningsbereik „V DC/AC“ heeft een ingangs-
weerstand van >10 MOhm.
-   Na de meting, haal de meetkabels van het meetobject af 
en schakel de DMM uit.
Voer de volgende procedure uit om gelijkspanning “DC” (V 
) te meten:
-   Schakel de DMM in en selecteer het meetbereik “V 
”. Druk op de SELECT 
toets (5) om naar het DC-meetbereik te schakelen. Het display geeft “   “ 
weer.
-   Breng de rode meetkabel in de V-meetaansluiting (10) en de zwarte meetkabel in de COM-
meetaansluiting (9).
-   Verbind beide meetsondes met het meetobject (accu, stroomkring, etc.). De rode meetsonde 
is de positieve pool, de zwarte sonde is de negatieve pool.
-  Het display toont de stroommeting samen met de polariteit.
   Als in een gelijkspanningsmeting een minteken “-“ voor de meting staat, is de gemeten 
spanning negatief (of zijn de meetkabels in omgekeerde positie).
  Het spanningsbereik „V DC/AC“ heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm.
-  Na de meting, haal de meetkabels van het meetobject af en schakel de DMM uit.










