User manual
Gebruik de REL-functie om relatieve waardemetingen uit te voeren zodat bijv. lijnverliezen 
tijdens het meten van weerstand worden vermeden. De functie zet de huidige displaywaarde 
terug op nul. Een nieuwe referentiewaarde is nu ingesteld. Het bovenste kleiner display toont 
de basiswaarde (relatieve verschil).
Druk op de REL-toets (11) om deze meetfunctie te activeren en de referentiewaarde op te 
slaan. Het display geeft “REL“ weer. Druk nogmaals op de REL-toets (11) om de opgeslagen 
verschilwaarde met het deltasymbool „Δ“ in de smalle bovenste lijn weer te geven.
Het hoofddisplay is op nul teruggezet en de automatische bereikkeuze is geactiveerd.
Om deze functie uit te schakelen, druk nogmaals op de REL-toets of schakel naar een 
verschillende meetfunctie.
 
De verlichtingstoets (14), die zich aan de zijkant van de DMM bevindt, kan, wanneer het 
apparaat is ingeschakeld, worden gebruikt om het verlichten van het meetpunt te activeren/
deactiveren Druk eenmaal op de toets om de verlichting in te schakelen en tweemaal om uit te 
schakelen. U hoort een pieptoon telkens de toets wordt ingedrukt.
De verlichting blijft aan totdat de functie wordt uitgeschakeld met behulp van de verlichtings-
toets (14), de draaischakelaar (naar “OFF”) of automatische uitschakeling. 










