User manual
109
8. SCHERMGEGEVENS EN SYMBOLEN 
De volgende symbolen en gegevens zijn op het apparaat of op het scherm aanwezig.
AUTO  Automatische meetbereikselectie is actief
OFF  Schakelstand “Uit”
HOLD   Data-Hold-functie oproepen/uitschakelen of functie is actief
MODE  Omschakelknop voor meervoudig toegewezen meetfuncties
RANGE   Knop voor manuele meetbereikselectie en voor de omschakeling naar de 
auto-range
OL  Overowscherm; het meetbereik werd overschreden
   Batterijvervangindicator; batterij onmiddellijk vervangen om meetfouten te vermij-
den!
  Symbool voor de gebruikte batterijgegevens
  Symbool voor de diodetest
  Symbool voor de akoestische doorgangsmeter
 AC  Symbool voor wisselstroom
 DC  Symbool voor gelijkstroom
V, mV  Volt (eenheid van elektrische spanning), milli-Volt (exp.–3)
A  Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
°C, °F  graden Celsius/graden Fahrenheit (eenheid van temperatuur)
Temp  Meetfunctie voor temperatuurmeting
Ω, kΩ, MΩ   
Ohm (eenheid van elektrische weerstand), Kilo-Ohm (exp.3), Mega-Ohm (exp.6)
COM Referentiemeetpunt
  Markeringen aan de stroomtang om de stroomleider te centreren
  Symbool voor displayverlichting
  Symbool voor meetpuntverlichting
  Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door










