User manual
106
  •   Bij gebruik van meetleidingen zonder afdek kappen 
mogen metingen tussen meetapparaat en 
aardpotentiaal niet boven de meetcategorie CAT II 
worden uitgevoerd.
  •   Bij metingen in de meetcategorie CAT III moeten 
de afdekkappen op de meestiften worden gestoken 
om ongewilde kortsluitingen tijdens het meten te 
vermijden.
  •   Steek de afdekkappen op de meetstiften tot ze inklikken. Om te verwijderen trekt 
u de kappen met een beetje kracht van de punten.
  •   Vóór elke wisseling van het meetbereik/van het meetfunctie moeten de meetstif-
ten van het meetobject worden verwijderd.
  •   De elektrische spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en 
aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 600 V in CAT III.
  •   Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >33 V wissel- (AC) resp. 
>70 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken 
van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. 
  •   Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de 
te meten aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) 
aanraakt. Tijdens het meten mag niet boven de tastbare handvatbegrenzingen op 
de meetstiften en aan het meetapparaat worden gegrepen.
  •   Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetleidingen op bescha-
diging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie be-
schadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. De meegeleverde meetkabels hebben 
een slijtage-indicator. Bij schade wordt een tweede, anderskleurige isoleerlaag 
zichtbaar. Het meetaccessoire mag niet meer worden gebruikt en moet worden 
vervangen.
  •   Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikse-
minslag!/energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, 
de vloer, schakelingen en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn.










